De inspecteur meende dat sociale ondersteuningsuitkeringen alleen onbelast kunnen zijn als zij afkomstig zijn van een fonds dat minstens vijf jaar bestaat. Volgens Rechtbank Arnhem is dit een misvatting: het fonds hoeft niet zo oud te zijn.
Als werknemers uitkeringen en verstrekkingen ontvangen uit fondsen zijn deze uitkeringen en verstrekkingen onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld. Men noemt deze uitkeringen ook wel eens sociale ondersteuningsuitkeringen. Deze uitkeringen en verstrekkingen mogen niet plaatsvinden vanwege adoptie, overlijden, ziekte, invaliditeit en bevalling. De uitkeringen en verstrekkingen mogen evenmin voortvloeien uit een aanspraak die niet tot het loon behoort. Verder geldt dat de werkgever gedurende de laatste vijf jaren niet meer in het fonds heeft gestort dan zijn werknemers. De Belastingdienst leidde uit laatstgenoemde eis af dat het desbetreffende fonds minstens vijf jaar moet hebben bestaan. Rechtbank Arnhem heeft dit standpunt afgewezen. Volgens de rechtbank geven de tekst en wetgeschiedenis van de desbetreffende vrijstellingsbepaling geen aanleiding om te eisen dat het fonds minstens vijf jaar moet bestaan. Rechtbank Arnhem haalde uit eerdere rechtspraak (Hoge Raad, 14 juli 2000, LJN: AA6522) dat voor toepassing van de vrijstelling de werkgevers en de werknemers bedragen in het fonds hebben gestort in de vijf jaren vóór het begin van de uitkeringen. Maar dit betekent nog niet dat in ieder van de vijf jaar stortingen hebben plaatsgevonden en evenmin dat het fonds minstens vijf jaren heeft bestaan. De rechtbank oordeelde dat men de vijfjaarsperiode moet zien als een verlichting van de bewijslast dat de werkgever niet meer heeft bijgedragen dan de werknemers.
Wet: artikel 11, eerste lid, onderdeel n Wet LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 12 april 2012 (gepubliceerd op 19 april 2012), LJN: BW3289
Geef een reactie