Bij een activa/passiva-transactie is sprake van overgang van een zelfstandig gedeelte van een onderneming. Voor toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet gaat na overgang van een zelfstandig deel van de onderneming een nieuwe bezitstermijn lopen.
Een vader bezat indirect 46,75% van de aandelen in een vennootschap. Deze vennootschap kocht op 18 september 2013 de activa en passiva van een derde. Op 19 december 2014 schonk de vader 20% van de aandelen in zijn houdstervennootschap aan zijn zoon. Hierna had de zoon 20% van de aandelen in de houdstervennootschap en vader 80%. De overgenomen activa en passiva was op 19 december 2014 € 465.583 waard. De waarde voor de zoon bedroeg € 43.532 (20% van 55% van 85% x € 465.583).
Reële gevallen van bedrijfsopvolging
In geschil voor Rechtbank Noord-Holland is de vraag of de vader en zoon voor de schenking van de aandelen de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet kunnen toepassen. De rechtbank haalt de wetsgeschiedenis aan. Daarin staat dat de BOR alleen geldt voor reële gevallen van bedrijfsopvolging. De schenker moet vijf jaar de onderneming hebben gedreven. Daarbij kwalificeert een uitbreiding gedurende de bezitsperiode niet voor toepassing van de BOR voor zover deze uitbreiding een zelfstandig deel van een onderneming betreft. Tussen partijen is niet in geschil dat de aankoop van activa en passiva door de vennootschap de aankoop van een zelfstandig deel van een onderneming is. Aangezien de vader op 19 december 2014 nog geen vijf jaar ondernemer was voor de overgenomen activa en passiva door de vennootschap, voldoet de vader niet aan de bezitseis. Niet van belang is dat na overname van de activa en passiva geen sprake meer is van een afzonderlijke onderneming is. Evenmin dat vader en zoon geen misbruik beoogden.
Wet: art. 35b, 35c en 35d SW 1956
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 19 februari 2019 (gepubliceerd 30 september 2019), ECLI:NL:RBNHO:2019:1089
Geef een reactie