Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst heeft een aantal vraag- en antwoordbesluiten gepubliceerd. Deze gaan onder andere over het overgangsrecht voor de levensloopregeling, de variabilisering van uitkeringen uit een loonstamrecht en de mogelijkheid die pensioenfondsen hebben om indexatie met terugwerkende kracht toe te kennen.
V&A 21-002: Als een werkgever en werknemer met elkaar de afspraak hebben gemaakt dat de werknemer tot en met 31 december 2021 levensloopverlof opneemt, dan heeft het beëindigen van de levensloopregeling gevolgen voor die werknemer. De werknemer heeft tot en met 31 oktober 2021 de tijd om de levensloopaanspraak om te zetten in een pensioenaanspraak via zijn werkgever. Als op 1 november 2021 bij de werkgever een nog niet eerder belaste levensloopaanspraak aanwezig is, wordt de waarde van deze aanspraak op dat moment belast als inkomsten uit tegenwoordige arbeid met loonheffing voor de werknemer die op 1 januari 2021 nog geen 61 jaar is. Is de werknemer op 1 januari 2021 61 jaar of ouder dan is de resterende levensloopaanspraak belast als inkomsten uit vroegere arbeid. De (ex-)werknemer kan vervolgens eventueel de maanden november en december onbetaald verlof opnemen en betalen van het ontvangen levenslooptegoed.
V&A 21-004: Voor de werknemer die met zijn werkgever heeft afgesproken tot en met 31 december 2021 levensloopverlof op te nemen, heeft het fictieve genietingsmoment van de levensloopaanspraak op 1 november 2021 ook gevolgen voor de pensioenopbouw. De Belastingdienst keurt goed dat de maanden november en december 2021, waarin de werknemer onbetaald verlof opneemt, meetelt als pensioengevende diensttijd voor de opbouw van het pensioen.
V&A 08-020: In dit besluit wordt bevestigd dat na ingang uitkeringen uit een zogeheten loonstamrecht, een loonstamrechtspaarrekening of loonstamrechtbeleggingsrecht mogen variëren. Anders dan bij een lijfrente hoeven de termijnen niet over de gehele periode vast en gelijkmatig te zijn. Na variabilisering moeten de uitgekeerde termijnen wel voldoende realiteitsgehalte behouden. Zolang de uitkeringen nog niet zijn ingegaan, kan de gerechtigde overigens het stamrecht (periodiek) afkopen op grond van artikel 39f Wet LB 1964.
V&A 16-001: Een pensioenfonds heeft in het verleden de indexatie niet volledig doorgevoerd. Mag deze indexatie in een later jaar met terugwerkende kracht alsnog worden doorgevoerd voor de deelnemers? Ja, de fiscale wet- en regelgeving biedt een pensioenfonds de mogelijkheid om de in de afgelopen jaren achterwege gelaten indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken van de (ex-)deelnemers en de pensioenuitkeringen van de uitkeringsgerechtigden op een later moment alsnog toe te kennen.
V&A 20-010 heeft aan belang verloren vanwege de behandeling in de Eerste Kamer van het wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen.
V&A 17-023 heeft eveneens aan belang verloren. ‘Prijsgeven verschil waarde in het economisch verkeer en fiscale waarde pensioen eigen beheer; Informatieplicht en instemming partner’ is vervallen omdat de fiscale faciliteiten voor het uitfaseren van pensioen in eigen beheer niet meer van toepassing zijn.
Bron:
Online cursus Polislezen en fiscale behandeling lijfrenten, stamrechten en kapitaalverzekeringen
Polislezen is een kunst apart. Tijdens deze masterclass leggen de docenten u concrete polissen voor en maken zij u wegwijs in de bijzondere opmaak van deze contracten. De twee bijzonder ervaren sprekers gaan in op alle wet- en regelgeving rond lijfrenten (incl. de oud regime lijfrenten), kapitaalverzekeringen, gouden handdrukstamrechten en overige stamrechten.
Geef een reactie