Op 29 januari 2019 treedt de Europese Huwelijksvermogensrechtverordening in werking. Vanaf dan geldt er een stelsel van uniforme regels van internationaal privaatrecht. En hoe zit het eigenlijk met Brexit?
Het gaat om de volgende achttien lidstaten van de Europese Unie: België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Finland en Zweden.
De huwelijksvermogensrechtverordening (HuwVo) geldt voor:
- huwelijken die zijn gesloten op of na 29 januari 2019;
- huwelijken die zijn gesloten vóór 29 januari 2019, maar waarbij een rechtskeuze is gemaakt op of na 29 januari 2019.
De regels van het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978 (HHV) gelden voor huwelijken gesloten tussen 1 september 1992 en 29 januari 2019. Voor huwelijken gesloten vóór 1 september 1992 gelden de regels van het Chelouche-Van Leer-arrest.
Rechtskeuze
Met de invoering van de HuwVo hebben de echtgenoten, net als onder het HHV, wederom de mogelijkheid gekregen om te kiezen welk recht van toepassing zal zijn op hun huwelijksgoederenregime. De rechtskeuze onder de HuwVo is niet beperkt tot vermogen, zoals onder het HHV het geval is, maar kan ook zien op persoonlijke betrekkingen. De Nederlandse wet kent bijvoorbeeld artikel 88 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (artikel 1:88 BW). Dit artikel noemt een aantal rechtshandelingen waarvoor de ene partner in beginsel de toestemming nodig heeft van de andere partner om ze te mogen uitvoeren. Artikel 10:40 BW bepaalt voor internationale situaties dat het vraagstuk van de toestemming valt onder het recht van de staat waar de echtgenoot, die toestemming moet geven, zijn gewone verblijfplaats heeft. Artikel 10:41 BW bepaalt dat deze regel geldt ongeacht het recht dat het huwelijksgoederenregime van de echtgenoten beheerst. Artikel 10:40 en 10:41 zullen echter niet gelden voor situaties die onder de HuwVo vallen. Maar het is wel zo dat artikel 1:88 BW per 29 januari 2019 zal gelden ongeacht het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensstelsel van de echtgenoten wanneer de niet-handelende echtgenoot zijn gewone verblijfplaats heeft in Nederland ten tijde van het verrichten van de desbetreffende rechtshandeling.
Voorbeeld casus
Door de wijzigingen kan soms een ander recht verplicht van toepassing zijn. Zoals blijkt uit het volgende voorbeeld. Een Nederlandse man en een Franse vrouw wonen in Frankrijk, maar zijn getrouwd volgens het Nederlands huwelijksvermogensrecht. Zij kiezen voor koude uitsluiting. De man schenkt vervolgens een Nederlands beleggingspand aan zijn zoon uit zijn eerste huwelijk. Als de HuwVo niet van toepassing is, moet men naar Frans recht kijken of de vrouw toestemming moet geven. Is de HuwVo wel van toepassing, dan geldt artikel Nederlands huwelijksvermogensrecht en moet de vrouw op grond van artikel 1:88 BW toestemming geven. Uit enkele andere voorbeelden blijkt dat het afhankelijk van de situatie nogal kan verschillen welke recht van toepassing is of dat zelfs het recht van meer dan één land van toepassing kan zijn.
Formele geldigheid rechtskeuze
Onder het HHV moet een uitdrukkelijk overeengekomen aanwijzing van het toepasselijk recht geschieden in de vorm die voor huwelijkse voorwaarden is voorgeschreven conform:
- het aangewezen interne recht of
- het interne recht van de plaats waar die aanwijzing plaatsvindt.
Onder de HuwVo moet de rechtskeuze blijken uit een schriftelijke en gedagtekende overeenkomst die beide echtgenoten hebben ondertekend. Dit is voldoende als geen van beide echtgenoten in een lidstaat woont. Anders moeten de echtgenoten ook voldoen aan de vormvereisten zoals die gelden voor huwelijkse voorwaarden van:
- de lidstaat waar beide echtgenoten wonen bij het maken van de huwelijkse voorwaarden; of
- één lidstaat als de echtgenoten wonen in verschillende lidstaten; of
- één lidstaat als maar één van de echtgenoten in een lidstaat woont.
Pas op met herbeslissen of herbevestigen rechtskeuze
Onderschat de gevolgen van een eventuele herbeslissing of herbevestiging van de rechtskeuze vanaf 29 januari 2019 niet. In sommige landen komt daar nogal wat bij kijken op het punt van vormvereisten, zoals een verplichte notariële akte en/of aanwezigheid van twee getuigen. Daarnaast is onder de HuwVo geen partiële rechtskeuze meer mogelijk.
Gevolgen Brexit
Hoe zit het met Brexit? Als het uiteindelijk niet tot een deal komt gebeurt er voor het erfrecht en het huwelijksvermogensrecht niets omdat het Verenigd Koninkrijk (VK) niet is aangesloten bij de Erfrechtverordening of de HuwVo. Maar op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid, echtscheiding, alimentatie en pensioenen verandert er wel iets omdat het VK partij is bij de europeesrechtelijke regelingen die de betreffende materie regelen. De regering van het VK kan besluiten om (een deel van) de Europese regelgeving om te zetten in nationale wetgeving. Maar terwijl Unierecht evolueert door uitspraken van het Europese Hof van Justitie, hebben deze hofuitspraken in beginsel geen effect op de wetgeving van het VK. Daarnaast is geen sprake van wederkerigheid: het VK hanteert ten opzichte van de EU-landen ‘Europese’ regels terwijl de lidstaten van de EU de VK behandelen als een niet-Europese staat. Een andere mogelijkheid is dat het VK zoveel mogelijk Haagse Verdragen gaat hanteren die dezelfde materie regelen als de huidige voor de VK geldende Europese regelingen. Het HHV zal daarbij geen rol spelen want in het VK bestaat geen huwelijksvermogensrecht.
Geef een reactie