Onze Staatssecretaris stelt in het belastingplan 2016 een herziening van de vermogensrendementsheffing voor. In 2001 bij de invoering van box 3 lachten beleggers nog om een minimaal rendement van 4%. Nu, met spaarrente van zo’n 1%, is er echter veel kritiek op een belastingdruk die bij spaarders zelfs tot intering op het vermogen leidt.
Onder deze publieke druk wordt de vaste 4% vervangen door een jaarlijks aangepast rendement dat aansluit bij het daadwerkelijke behaalde, gemiddeld rendement op een vaste beleggingsmix. Een naar mijn mening terechte aanpassing die veel beter aansluit bij de economische realiteit en daarmee bijdraagt aan de acceptatie van de belastingheffing in box 3. Overigens vind ik het wel onbegrijpelijk dat we moeten wachten tot invoering in 2017, maar dat zal wel samenhangen met alle automatiseringsperikelen binnen de belastingdienst.
Nieuw is dat de belastingdruk afhankelijk wordt van de hoogte van het vermogen. Voor het box 3-vermogen boven één miljoen euro gaat namelijk een hoger box 3-rendement gelden. Gevolg: de belastingdruk is bijna het dubbele in vergelijking met de eerste honderdduizend euro aan vermogen (1,65% versus 0,87%). Argument hiervoor is dat belastingplichtigen met grotere vermogens meer risico nemen en daardoor ook hogere rendementen behalen. Een stelling die ik volledig onderschrijf en waar ik ook naar adviseer. Immers, pas wanneer de inkomensbehoefte over een langere periode is afgedekt (vaak hanteer ik 20 jaar als vuistregel), kan het meerdere aan vermogen meer risicovol worden belegd. En laat ik bovendien vooropstellen dat ik het draagkrachtbeginsel rechtvaardig vind en daarom ook geen moeite heb met een hogere belastingdruk in box 3 voor vermogenden. De sterkste schouders moeten immers de zwaarste lasten dragen en ook in mijn praktijk met cliënten met grote vermogens, zie ik hier weinig weerstand tegen.
Vreemd vind ik alleen dat ik dit argument nergens lees in de parlementaire toelichting bij het belastingplan. Na de aanpassingen van de box 1-schijven, de aftopping van pensioenopbouw tot honderdduizend euro aan salaris, de afschaffing van het voor iedereen gelijke bedrag van algemene heffingskorting is dit immers toch echt de volgende nivellerende maatregel van ons compromiskabinet van PvdA en VVD. In dat verband dan ook de oproep aan de onze geachte Kamerleden: heb de moed om onze Staatssecretaris hierop te wijzen. Geen discussie over de hoogte van forfaitaire rendementen, maar zorg dat de vraag op tafel komt wat een rechtvaardig verschil in belastingdruk is voor grote ten opzichte van kleine beleggers.
Lees ook de blogs van andere specialisten omtrent het Belastingplan 2016:
> Ferry Piek: ''Belastingplan 2016: uitbreiding experimenteerbepaling naar de invordering''
> Redmar Wolf: ''Prinsjesdag 2015: een schrale btw-oogst''
> Heleen Elbert: ''Belastingplan 2016: (beperkt) nieuws over de auto''
Geef een reactie