Minister Blok heeft een fiche van de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) gepubliceerd waarin wordt ingegaan op nieuwe voorstellen van de Europese Commissie betreffende belastingheffing in de digitale economie. In dit fiche worden onder andere de Nederlandse standpunten uiteengezet.
Langetermijnoplossing
Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van regels betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid (Commissiedocument: COM(2018)147).
Het kabinet deelt de analyse van de OESO en de Commissie dat het hierbij van belang is om te onderzoeken in hoeverre de begrippen ‘nexus’ en ‘winstallocatie’ moeten worden gemoderniseerd, maar vindt dat ook meer fundamentele wijzigingen in de winstbelasting op mondiaal niveau moeten worden onderzocht. Nederland vindt het daarbij belangrijk dat traditionele (maak)economieën niet worden bevoordeeld en dat er bijvoorbeeld geen grote negatieve impact is op Nederlandse belastingopbrengsten en de Nederlandse economie en werkgelegenheid.
Belastingverdragen
Aanbeveling met betrekking tot het belasten van significante digitale aanwezigheid (Commissiedocument: C(2018)1650).
De Commissie beveelt lidstaten aan hun belastingverdragen met derde landen aan te passen, indien lidstaten de definitie van een vaste inrichting en de regels voor winstallocatie aan vaste inrichtingen veranderen. De in de aanbeveling voorgestelde wijzigingen voor belastingverdragen komen overeen met de in de langetermijnoplossing voorgestelde wijzigingen. Dit vindt het kabinet goede en begrijpelijke uitgangspunten.
Interim-maatregel: digitaledienstenbelasting
Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van een digitaledienstenbelasting op inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten (Commissiedocument: COM(2018)148).
Bedrijven die grensoverschrijdend actief zijn, kunnen steeds vaker worden geconfronteerd met verschillende belastingen voor digitale activiteiten. Om fragmentatie van de interne markt door nationale belastingen op digitale activiteiten te voorkomen, stelt de Commissie de digitaledienstenbelasting voor. Deze maatregel zou tijdelijk van toepassing moeten zijn, namelijk tot het moment dat in de betreffende verhouding de langetermijnoplossing is geïmplementeerd (na aanpassing van het belastingverdrag).
Niet of weinig winstgevende bedrijven
Een kanttekening die het kabinet plaatst bij deze digitaledienstenbelasting, is dat de impact op bedrijven die relatief weinig winst maken of zelf verlies maken disproportioneel groter is dan de impact voor winstgevende bedrijven. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat deze belasting geen directe belasting over de winst is, maar een indirecte belasting over de omzet die daarom willekeurig kan uitwerken.
Kostenaftrek
De Commissie geeft verder aan dat lidstaten belastingplichtigen kunnen toestaan de digitaledienstenbelasting betaald in de EU in haar geheel als kosten in mindering te brengen op de vennootschapsbelastinggrondslag in één lidstaat. Het kabinet is hier geen voorstander van. Het toestaan van kostenaftrek is alleen opportuun als dat ertoe leidt dat bedrijven grondslag naar Europa schuiven, omdat alleen dan een bijdrage wordt geleverd aan het oplossen van het allocatieprobleem.
Meer informatie: BNC Fiche: Belastingheffing in de digitale economie, 9 mei 2018
Geef een reactie