De Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB) is in hoofdlijnen tevreden over het alternatief voor het wetsvoorstel BGL en het feit dat de webmodule van tafel is. Zij plaatst nog wel een aantal kanttekeningen bij de nieuwe plannen.
Volgens de nieuwe plannen moeten alle betrokken partijen zich inspannen om te bereiken dat de werkzaamheden worden uitgevoerd zoals beweerd in de getekende (model-)overeenkomst. NOAB kan zich vinden in deze gedeelde verantwoordelijkheid.
Minder te spreken is de brancheorganisatie over de materiële onzekerheid voor de opdrachtgever die de nieuwe plannen met zich brengen. Bij een controle beoordeelt de Belastingdienst de arbeidsrelatie op grond van de aangetroffen feiten en omstandigheden. Het is daardoor mogelijk dat de arbeidsverhouding moet worden gekwalificeerd als een dienstbetrekking of een fictieve dienstbetrekking, met als gevolg dat er geen vrijwaring voor de loonheffingen is. NOAB acht het daarom wenselijk dat het Ministerie randvoorwaarden formuleert waarmee kan worden getoetst of de werkzaamheden worden uitgevoerd conform de modelovereenkomst. Zo worden de gevraagde extra inspanningen van de opdrachtgever ook daadwerkelijk beloond met de nagestreefde vrijwaring.
In de praktijk blijkt het daarnaast lastig – zo niet onmogelijk – om helder in beeld te krijgen of een ZZP-er zijn of haar werkzaamheden moet verantwoorden als winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. NOAB pleit daarom voor een situatie waarin de modelovereenkomst hier zekerheid over biedt.
Meer informatie: NOAB, 6 mei 2015
Geef een reactie