De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft een uitgebreide reactie gepubliceerd op het Belastingpakket 2024.
De NOB is positief over de voorgestelde verfijningen voor box 3 en ondersteunt verdere verruiming van de terugwerkende kracht voor nog openstaande aanslagen.
Met betrekking tot het fiscaal kwalificatiebeleid voor rechtsvormen stelt het kabinet voor om bepaalde onderdelen van het wetsvoorstel pas vanaf 1 januari 2025 in werking te laten treden. Dit kan leiden tot de situatie waarin buitenlandse personenvennootschappen gedurende één jaar geconfronteerd worden met belastingbetaling onder de Wet Bronbelasting 2021 over dividenden en de Wet op de dividendbelasting 1965. De NOB schetst enkele voorbeelden en geeft twee mogelijke oplossingsrichtingen aan.
De NOB constateert dat verschillende wetsvoorstellen in strijd zijn met het Unierecht, met name met betrekking tot de terugbetaling van kapitaal en buitenlandse pensioenfondsen.
Wat betreft de aanpassing van de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten merkt de NOB op dat dit wetsvoorstel een goede stap is voor meer duidelijkheid voor ondernemers. Echter, de nadruk ligt momenteel voornamelijk op voorgestelde versoberingen, terwijl de verbeteringen nog moeten volgen.
De NOB wijst op het belang van een globaal evenwicht in belastingtarieven en merkt op dat aanpassingen in de tarieven directe gevolgen hebben voor het evenwicht en het draagkrachtbeginsel. Het is essentieel om zorgvuldig af te wegen en gedragseffecten te onderzoeken om te voorkomen dat belastingen de keuzes van belastingplichtigen gaan beïnvloeden en het belastingsysteem verstoren.
Bron: Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, 2 oktober 2023
Geef een reactie