Staatssecretaris Van Rij geeft antwoord op vragen van de Tweede Kamer over het Belastingplan 2023. Voor 2023 zal in een nota van wijziging worden voorgesteld de vrije ruimte tijdelijk te verruimen tot 3% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Vanaf 2024 vervalt deze verruiming en zal de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom 1,92% zijn.
- Het stimuleren van geefgedrag is één van de Rijksbrede speerpunten ten aanzien van filantropie. De giftenaftrek heeft als doel het stimuleren van giften. Tegelijkertijd kan er sprake zijn van dusdanig hoge bedragen aan periodieke giften dat de giftenaftrek de volledige grondslag voor de inkomstenbelasting tot nihil reduceert. Uit een onderzoek van de aangiften inkomstenbelasting 2019 en 2020 blijkt dat het aantal zeer hoge periodieke giften is toegenomen. Het kabinet is vervolgens tot de conclusie gekomen dat de balans bij zeer hoge periodieke giften zodanig is verstoord dat een beleidswijziging wenselijk is.
- Gevraagd is of is overwogen om een beperking van de giftenaftrek op te nemen als de schenker indirect betrokken is bij de ANBI of deze zelf opricht. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom iemand een ANBI opricht. Het kabinet benadrukt dat het schenken aan een zelf opgerichte ANBI niet per se impliceert dat sprake is van oneigenlijk gebruik. Wel is gebleken uit een evaluatie naar de praktijk van ANBI’s in 2016 dat non-compliance zich met name voordoet daar waar sprake is van gelieerdheid tussen ANBI en ANBI-bestuurder of tussen ANBI-bestuurders onderling. Het beperken van de giftenaftrek bij schenkingen aan zelf opgerichte ANBI’s is moeilijk uitvoerbaar en handhaafbaar. Daar komt bij dat er al wettelijke bepalingen zijn om misbruik te voorkomen en om te waarborgen dat een ANBI niet in het eigen belang van een oprichter handelt maar geheel of nagenoeg geheel het algemeen belang dient. Ook zijn er waarborgen dat de oprichter niet de volledige zeggenschap krijgt. De wet voorziet dus al in mogelijkheden om in te grijpen wanneer de uiteindelijk gerechtigde van een ANBI niet het nagestreefde doel is maar het particuliere belang van de oprichter.
- De giftenaftrek is van groot belang voor het stimuleren en ondersteunen van ANBI’s en bij periodieke giften ook verenigingen. De eerstkomende evaluatie van de giftenaftrek en ANBI-regeling zal in 2023 plaatsvinden.
- Vaststellingsovereenkomsten inzake de gebruikelijkloonregeling behelzen de mogelijkheid tijdig zekerheid te verkrijgen over de toepassing van de gebruikelijkloonregeling en dit in een overeenkomst vast te leggen. In de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel Belastingplan 2023 is toegelicht dat als een vaststellingsovereenkomst is gesloten waarbij het in aanmerking te nemen loon 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, de vaststellingsovereenkomst van kracht kan blijven. Wel moet dan het gebruikelijke loon op 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking in aanmerking worden genomen.
- Het kabinet zal in 2025 de Kamer rapporteren over de doeltreffendheid van het afschaffen van de doelmatigheidsmarge. In 2028 zal het kabinet de Kamer informeren na een grondigere analyse uitvoeren, hierbij zullen ook de aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting worden meegenomen.
- Als een buitenlandse dga werkzaamheden voor een Nederlandse vennootschap verricht, is die vennootschap in beginsel inhoudingsplichtig voor de Nederlandse loonbelasting. Als de dga zichzelf een te laag loon heeft toegekend, dan wordt belasting geheven over (gedeeltelijk) een fictief loon. Of Nederland in grensoverschrijdende situaties ook daadwerkelijk kan effectueren, is afhankelijk van het feit wanneer een belastingverdrag met het woonland is gesloten. Als het verdrag vanaf 1997 is gesloten en bij de onderhandelingen de regeling van het fictief loon kenbaar is gemaakt aan het woonland van de dga, dan mag Nederland de gebruikelijkloonregeling internationaal ook toepassen. Anders kan Nederland in internationale situaties de gebruikelijkloonregeling niet toepassen.
- In het wetsvoorstel Belastingplan 2023 is al voorzien in een structurele verhoging van de werkkostenregeling over de eerste € 400.000 fiscale loonsom met 0,22%-punt naar 1,92%. Daarnaast zal voor 2023 in een nota van wijziging worden voorgesteld de vrije ruimte tijdelijk te verruimen tot 3% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Vanaf 2024 vervalt deze verruiming en zal de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom 1,92% zijn.
- Gevraagd wordt of het verhogen van de vrije ruimte over de fiscale loonsom en de Aof-premie geen prikkel vormen om bedrijven te splitsen. Het kabinet verwacht dat daar geen prikkel vanuit gaat. Het voordeel is relatief laag en bovendien is het lastig om de loonsom te verdelen over verschillende bedrijven. Hiervoor moeten bijvoorbeeld contracten van werknemers aangepast worden.
- Het gebruik van de oudedagsreserve voor belastinguitstel zonder het vormen van een daadwerkelijke oudedagsvoorziening wordt door het kabinet niet wenselijk geacht. Als bij een reële oudedagsvoorziening sprake is van belastinguitstel dan wordt dat door het kabinet wel wenselijk geacht. Denk hierbij aan het bedingen van een lijfrente of toepassing van de omkeerregel in geval van een tweedepijlerpensioen.
- Het kabinet is zich ervan bewust dat door de afschaffing van de oudedagsreserve sommige ondernemers worden beperkt in het vormen van een oudedagsvoorziening. Tegelijkertijd stelt het kabinet in de Wet toekomst pensioenen voor om de fiscale ruimte voor de derde pijler te vergroten. Ook bevat het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen een experimenteerbepaling waarmee ruimte wordt geboden om experimenten met vrijwillige aansluiting bij een pensioenfonds door ondernemers mogelijk te maken.
- Voor 2023 staat al vast dat het forfaitair rendement op overige bezittingen 6,17% bedraagt in plaats van 5,5%. De forfaitaire percentages voor spaartegoeden en schulden worden pas na afloop van 2023 definitief vastgesteld.
- Niet bezwaarmakers kunnen een verzoek tot ambtshalve vermindering indienen voor box 3-belasting als ze niet onder de massaalbezwaarprocedure vallen. De Belastingdienst zal deze verzoeken afwijzen. Vervolgens kunnen de niet-bezwaarmakers tegen de afwijzingsbeschikking in bezwaar en beroep komen. De staatssecretaris houdt contact met belangenorganisaties om te bekijken of procesafspraken kunnen worden gemaakt zodat een en ander zo min mogelijk belastend is voor belastingplichtigen, belastingadviseurs en Belastingdienst. Een van de mogelijkheden is het aanwijzen van een nieuwe procedure massaal bezwaar. Maar er is geen nieuwe rechtsvraag meer te beantwoorden voor de niet-bezwaarmakers.
- Op de vraag of ouders die werken en alleen een kind hebben dat geboren is op 31 december 2024 recht behouden op de volledige inkomensafhankelijke combinatiekorting gedurende 12 jaar en ouders die een kind hebben dat na 31 december 2024 is geboren niet meer, antwoordt de staatssecretaris bevestigend. Dat is het gevolg van de harde knip op basis van de geboortedatum van het kind, die inherent is aan het voorgestelde overgangsrecht.
Bron: Nota nader verslag Wetsvoorstel Belastingplan 2023, Ministerie van Financien, 14 oktober 2022
Nota van verslag Belastingplan 2023
PE-Pitstop Eindejaarstips 22/23 – Schiphol A4
Deze bijeenkomst vindt op 7 november plaats bij Van der Valk Schiphol A4. Klik hieronder om u in te schrijven voor een van de andere twee locaties.
- 14 november Van der Valk Zwolle – 14:00 – 17:00 uur
- 21 november Van der Valk Eindhoven – 14:00 – 17:00 uur
Het einde van 2022 komt langzamerhand in zicht. Dit betekent natuurlijk ook dat 2023 bijna voor de deur staat met een groot aantal wijzigingen die per 1 januari in werking treden. Tijdens deze cursus zet ervaren MKB-adviseur mr. dr. Chris Dijkstra alle wijzigingen met concrete tips voor u op een rij. Zo kunt u uw klanten proactief adviseren over 2023, nog voor het einde van het jaar!
Geef een reactie