Minister Harbers stuurt de Tweede Kamer de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging over het wetsvoorstel tot wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht. Het wetsvoorstel gaat over het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten.
In het verslag gaat de minister in op vragen over de beginselen ‘de vervuiler, de kostenveroorzaker en de profijthebbende betaalt’. Op welke wijze draagt dit voorstel bij aan het principe dat de vervuilers meer gaan betalen?
Verder wordt gevraagd om een reactie op welke wijze het voorliggende wetsvoorstel waterschappen de gelegenheid geeft om steviger in te zetten op (belasting)maatregelen om de Kaderrichtlijn Water-doelstellingen te behalen. En hierbij ook specifiek in te gaan op de bestuurlijke vrijheid die waterschappen hebben om voor hun gebied de belastingen zo aan te passen dat de waterschappen steviger kunnen sturen op het terugdringen van waterverontreiniging en de vervuilers nadrukkelijker de rekening van hun gedrag kunnen presenteren.
Ook zijn vragen gesteld over de lastenverschuiving binnen de categorie gebouwd. Wijzigingen zouden kunnen leiden tot een lastenverschuiving tussen de groepen van heffingplichtigen, bijvoorbeeld tussen de categorieën ‘woningen’ en ‘niet-woningen’.
Hoe zit het met het verplichte karakter van de tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen binnen de categorie gebouwd? Is de regering bereid deze bepaling facultatief te maken? De regering acht dit niet gewenst omdat het uitgangspunt van het stelsel is dat de heffingplichtigen binnen een categorie vergelijkbaar belang hebben ongeacht de kenmerken van het gebied. Ook komt een verplichting de voorspelbaarheid van de belastingen ook ten goede.
Nota van wijziging Waterschapswet
Door de voorgestelde toevoeging in artikel 122f, derde lid, onderdeel b, onder 4⁰, van de Waterschapswet wordt aan waterschappen de mogelijkheid geboden rekening te houden met de concentratie van de stof in het afvalwater. Een hogere concentratie maakt het voor een waterschap aantrekkelijker om de stof terug te winnen. Bij het toepassen van deze mogelijkheid moeten waterschappen de mededingings- en staatssteunregels in acht nemen.
Geef een reactie