De volgende maatregelen worden opgenomen in de nota van wijziging:
- Wijziging Mijnbouwwet vanwege tijdelijke verhoging cijns;
- Afschaffing doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon;
- Verhoging werkkostenregeling;
- Begrenzing periodieke giftenaftrek; en
- Duurzame ontwikkeling Caribisch Nederland.
- en in 2024 (omdat dit veel uitwerking vergt)
- Vastgoed buiten het fbi-regime; en
- Brede aanpak constructies en oneigenlijk gebruik fiscale regelingen
Koopkrachtmaatregelen
De voorgestelde maatregelen richten zich vooral op de meest kwetsbare huishoudens door bijvoorbeeld de zorg- en huurtoeslag extra te verhogen. Dit voorstel zit niet in het Belastingplan 2023. De lasten op arbeid worden verlaagd en per 1 januari wordt het minimumloon met ruim 10% verhoogd.
Tariefplafond
Beoogd wordt om een tariefplafond met een maximumtarief voor elektriciteit en/of gas tot een bepaald gebruik te introduceren en bedrijven binnen het energie-intensieve MKB die het nodig hebben helpen met liquiditeitsversterking en verduurzaming. Deze plannen worden nog uitgewerkt.
Dekking
De verwachting is dat ook in 2023 en 2024 de gasprijs zeer hoog blijft en daarmee ook de winsten van vergunninghouders die aardgas winnen in Nederland relatief hoog zullen zijn. Het kabinet acht het daarom rechtvaardig om de koopkrachtpakketten deels te dekken via een tijdelijke verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet. Voorgesteld wordt om tijdelijk een cijnstarief te introduceren voor dat deel van de omzet die behaald is met de verkoop van aardgas tegen een prijs hoger dan € 0,50 per m3. Deze gedeeltelijke verhoging geldt uitsluitend voor de omzet behaald in de jaren 2023 en 2024 en geldt voor zowel de landzijde als voor de zeezijde
Verhoging Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Energie-investeringsaftrek (EIA)
Het budget voor de EIA en MIA wordt structureel met respectievelijk 100 mln. en 50 mln. euro per jaar vanaf 2023.
Afschaffing doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon
Voorgesteld wordt de doelmatigheidsmarge van 25% af te schaffen. Hierdoor zal het gebruikelijk loon van de belastingplichtige over het algemeen hoger worden vastgesteld, waardoor de belastingplichtige meer belasting in box 1 moet gaan betalen. Hierdoor zal minder winst in de vennootschap worden ingehouden. Daarmee draagt de maatregel ook indirect bij aan een vermindering van fiscaal gedreven uitstel van belastingheffing bij de belastingplichtige. Het afschaffen van de doelmatigheidsmarge in de gebruikelijkloonregeling verkleint het voordeel voor de belastingplichtige en zorgt voor (meer) neutraliteit in het belastingstelsel. Op deze manier sluit het loon van de belastingplichtige beter aan bij het loon van een werknemer met een vergelijkbare functie.
Verhoging werkkostenregeling
Om de lasten op arbeid te verlagen, verlaagt het kabinet ook de lasten voor ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf. Hiervoor wordt in de jaren 2023 tot en met 2027 € 500 miljoen uitgetrokken en vanaf 2028 structureel € 600 miljoen. Een van de maatregelen die hieraan bijdraagt bestaat uit het verruimen van de werkkostenregeling (WKR).
Om hiervoor het midden- en kleinbedrijf tegemoet te komen wordt voorgesteld de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom te verhogen met 0,22%-punt.
Begrenzing periodieke giftenaftrek
Het kabinet stelt voor om voor de periodieke giften een plafond in te voeren van € 250.000 per huishouden. Het is dan niet meer mogelijk om uitzonderlijk hoge inkomens volledig te verrekenen met een hoge jaarlijkse gift. De exacte uitwerking van deze maatregel wordt opgenomen in de nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2023.
Duurzame ontwikkeling Caribisch Nederland
Het kabinet stelt voor om de (op)levering en installatie van zonnepanelen en windturbines bij elektriciteitsbedrijven in de algemene bestedingsbelasting met het nultarief te belasten. Het kabinet wil ondernemers (anders dan elektriciteitsbedrijven) en particulieren op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, stimuleren om te investeren in verduurzaming met een vrijstelling van algemene bestedingsbelasting op de invoer, levering en installatie van zonnepanelen, zonnecollectoren en windturbines.
Vastgoed buiten het fbi-rdgime
Het kabinet zal per 1 januari 2024 een maatregel introduceren in de vennootschapsbelasting (Vpb) op basis waarvan fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) niet meer direct in vastgoed mogen beleggen (vastgoedmaatregel). In bepaalde situaties met buitenlandse beleggers kan het heffingsrecht over Nederlands vastgoed in handen van fbi’s niet of niet volledig geëffectueerd worden. De vastgoedmaatregel zorgt ervoor dat de winst behaald met vastgoed in alle gevallen kan worden belast met Vpb. De vastgoedmaatregel heeft geen gevolgen voor de effecten-fbi’s.
Als gevolg van de voorgenomen maatregel wordt de winst van vastgoed-fbi’s vanaf 1 januari 2024 belast tegen het normale Vpb-tarief. De voorgenomen maatregel beoogt de fiscale behandeling over resultaten uit vastgoed evenwichtiger te maken.
Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vastgoedmaatregel per 1 januari 2024 zullen bepaalde (niet-beursgenoteerde) vastgoed-fbi’s (zoal pensioenfondsen) waarschijnlijk vóór die datum herstructureren om zelfstandige Vpb-plicht voor hun beleggingsresultaat in bepaalde gevallen te voorkomen. De herstructurering kan afhankelijk van de situatie leiden tot belastbare feiten voor de overdrachtsbelasting, waarbij de bestaande vrijstellingen niet altijd van toepassing zijn. Het kabinet zal de komende tijd onderzoek doen naar de wenselijkheid en eventuele mogelijkheden van flankerende maatregelen in 2023.
Brede aanpak constructies en oneigenlijk gebruik fiscale regelingen
Het kabinet zet zich de komende jaren in om opmerkelijke belastingconstructies en ondoelmatige of ondoeltreffende fiscale regelingen aan te pakken. Hiervoor geldt een taakstellende opdracht, oplopend tot structureel € 550 miljoen in 2025. De Belastingdienst en het ministerie van Financiën zullen samen jaarlijks een set van opmerkelijke belastingconstructies in beeld brengen, zoals ook voor het IBO Vermogensverdeling is gedaan. Deze constructies betreffen alle belastingsoorten en beperken zich niet tot belastingen op inkomen en vermogen zoals gepresenteerd in het IBO Vermogensverdeling. Met fiscale regelingen wordt gedoeld op regelingen die negatief geëvalueerd zijn op doelmatigheid en doeltreffendheid. Het afschaffen, dan wel versoberen van zulke regelingen draagt bij aan de vereenvoudiging van het belastingstelsel.
Bron: Aanbiedingsbrief pakket Belastingplan 2023, Ministerie van Financien, 20 september 2022
Geef een reactie