Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën stuurt de Tweede Kamer een nota van wijziging van enkele wetten met een aanpassing van de belastingheffing over sparen en beleggen in de inkomstenbelasting (Wet aanpassing box 3).
In deze nota van wijziging worden de drempelbedragen die naar huidig recht al gelden bij het opleggen van een aanslag, ook doorgetrokken naar de nieuwe categorie aanslaggerechtigden.
Verder wordt zeker gesteld dat belastingplichtigen met groene beleggingen, hun heffingskorting groen beleggen moeten verdelen conform de verdeling die zij hebben gekozen voor respectievelijk hun voordeel uit sparen en beleggen, hun rendementsgrondslag of hun grondslag groen beleggen.
Daarnaast wordt een omissie hersteld op het punt van de inwerkingtreding. Zonder wijziging zou de Belastingdienst in theorie ook over oude belastingjaren beschikkingen bedrag rendementsgrondslag en beschikkingen bedrag groen beleggen moeten afgeven. Dit is niet nodig omdat pas vanaf het belastingjaar 2021 het heffingvrije vermogen is verhoogd. Pas vanaf dat belastingjaar is het, om doorwerking naar vermogenstoetsen in inkomensafhankelijke regelingen te voorkomen, noodzakelijk om voornoemde beschikkingen vast te gaan stellen. In deze nota van wijziging is overgangsrecht opgenomen waarin geregeld wordt dat tot en met het belastingjaar of berekeningsjaar of peiljaar 2020 de bepalingen van de Awir, de Wet op de rechtsbijstand, de Wet op de zorgtoeslag, de Wet op het kindgebonden budget en de Wet bevordering eigenwoningbezit van toepassing blijven zoals die bepalingen luidden op 1 januari van dat jaar.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 29 oktober 2020
Geef een reactie