Staatssecretaris Van Rij stuurt de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging over de Fiscale verzamelwet 2024 naar de Tweede Kamer.
Giftenaftrek en ANBI-regelgeving
Met verlies van de status als ANBI (instelling) wordt bedoeld dat de instelling de status van ANBI definitief moet hebben verloren, dat wil zeggen dat de mogelijkheden tot bezwaar en beroep zijn uitgeput. Dat betekent (ook) dat gevers hun periodieke giften kunnen laten doorlopen met gebruik van de periodieke-giftenaftrek zolang de status van instelling nog niet onherroepelijk is ingetrokken.
Over de gevolgen voor de giftenaftrek bij een juridische fusie waarbij de ene ANBI verdwijnt en opgaat in de andere ANBI zegt Van Rij dat hij het eens is met de constatering van de NOB dat de periodieke giftenaftrek in beginsel kan doorlopen. Het is echter niet uitgesloten dat de inspecteur vragen zal stellen over de in een bepaald jaar in aftrek gebrachte periodieke gift, omdat het voor de desbetreffende inspecteur mogelijk niet duidelijk is dat de ANBI in een andere ANBI is opgegaan.. In overleg met de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) is gewerkt aan het formuleren van criteria waaraan een investering moet voldoen om als algemeen nut investering te kwalificeren. Een uit het overleg met de SBF voortgevloeid kader hiervoor zal worden neergelegd in een beleidsbesluit.
Aanpassen fiscaal verschoningsrecht
Het kabinet stelt codificatie van het fiscaal verschoningsrecht om meerdere redenen voor. Niet alleen wil het kabinet buiten twijfel stellen dat het zij geen andere invulling van het verschoningsrecht voor ogen heeft dan de Hoge Raad, ook wil zij gevolg geven aan de signalen van het Global Forum van de OESO met betrekking tot het verschoningsrecht ter bevordering van de transparantie. Uitdrukkelijk is het dan ook niet de bedoeling om de reikwijdte van het verschoningsrecht met de codificatie verder in te perken dan op basis van jurisprudentie van de Hoge Raad het geval is; juist bedoeld is om die omvang te verduidelijken. Gelet op het karakter van de voorgestelde formuleringen staat de codificatie niet in de weg aan eventuele toekomstige rechtsontwikkelingen.
Geef een reactie