Staatssecretaris Snel van Financiën stuurt de Tweede Kamer de Nota naar aanleiding van het verslag van de wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965. Prof. dr. Daniel Smit geeft een reactie op de antwoorden van de staatssecretaris.
Op 6 juni is de veelbesproken Wet spoedreparatie fiscale eenheid ingediend bij de Tweede Kamer. De reparatie houdt in dat enkele regelingen in de vennootschapsbelasting en dividendbelasting moeten worden toegepast alsof er geen fiscale eenheid is. Dit ‘wegdenken’ brengt lastige problematiek met zich mee.
Snel gaat naast de vragen van verschillende fracties ook uitgebreid in op vragen van het RB en de Nederlandse Orde van belastingadviseurs. Verder geeft hij een overzicht van relevante jurisprudentie.
Commentaar prof. dr. Daniel Smit
'Het is duidelijk dat de staatssecretaris niet meer van plan is om van het ingeslagen pad van de spoedreparatiemaatregel af te wijken. Alternatieven voor deze maatregel worden opnieuw van de hand gewezen en verzoeken om andere versoepelingen op de maatregel aan te brengen worden in de meeste gevallen geweigerd (o.a. geen eerbiedigende werking voor bestaande fiscale eenheden, geen uitzondering voor interne leningen). Wel wordt bevestigd dat onder omstandigheden terugwerkende kracht wordt verleend aan een juridische fusie binnen fiscale eenheid tot en met de aanvang van het boekjaar. Dat kan goed nieuws zijn voor bedrijven die met het oog op de spoedmaatregel inmiddels tot reorganisatie zijn overgegaan (of dat op korte termijn gaan doen). Verder bevestigt de nota vooral dat de fiscale eenheid met de voorgestelde “wegdenkgedachte” een stuk complexer wordt. In feite moet men straks met twee systemen naast elkaar gaan werken (het fiscale eenheidsysteem en, voor zover de spoedmaatregel van toepassing aan de orde zou kunnen komen, het reguliere Vpb-systeem), om de fiscale positie te bepalen. In dit licht is het jammer dat de staatssecretaris de pro’s en con’s van de vanuit de fiscale literatuur aangedragen alternatieven (die bijvoorbeeld voor het MKB veel minder impact zouden hebben) niet uitgebreider tegen de pro’s en con’s van de spoedmaatregel heeft afgewogen. Kennelijk regeert in dit geval de angst voor nieuwe EU-procedures en de mogelijke budgettaire schade die daar uit zou kunnen voortvloeien. Terecht of niet, voor de staatssecretaris blijft dus als een paal boven water staan dat de spoedmaatregel de enige reële optie is om deze budgettaire schade te beperken.'
Meer informatie: Aanbiedingsbrief Nota naar aanleiding van het verslag Wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid 2 november 2018
Geef een reactie