Al ruim dertien jaar heeft een notaris uit het ressort ’s-Hertogenbosch de afwikkeling van een eenvoudige nalatenschap onder zich. Dit voorjaar is er nog steeds niets vereffend en de basale boedelbeschrijving is ‘een blamage’, aldus de Kamer voor het Notariaat, die de notaris uit het ambt ontzet.
De notaris in kwestie is vanaf het overlijden van de 77-jarige erflaatster, medio 2007, betrokken bij haar nalatenschap. Pas vijf jaar later wordt hij benoemd als vereffenaar. Ruim dertien jaar na haar overlijden – en al enkele andere gegronde tuchtklachten van een familielid later – is de erfenis nog altijd niet afgewikkeld en hebben de erfgenamen nog geen cent gezien, zo blijkt uit een lijvige uitspraak van de Kamer voor het Notariaat ’s-Hertogenbosch van 12 april.
In deze lange periode zijn meerdere erfgenamen al overleden; zij hebben hun aandeel in de nalatenschap kortom nooit mogen ontvangen, concludeert de tuchtrechter. Intussen staan er op de urenstaten van het notariskantoor wel al ruim 350 gewerkte uren, wat neer zou komen op een honorarium van zo’n 62.000 euro. En dan verwacht de notaris voor de definitieve afronding nog 36 uur nodig te hebben.
Waarom de behandeling van de nalatenschap zo lang duurt, wordt niet erg duidelijk. De notaris zelf gooit het voor wat betreft de afgelopen anderhalf jaar op een zieke kandidaat-notaris, de verhuizing van zijn kantoor, de coronacrisis en een vakantie, maar dat zijn voor de notariële tuchtrechter geen valide excuses. Dat er inmiddels ‘een taskforce op is gezet om de zaak een boost te geven’, gelooft de Kamer voor het Notariaat evenmin.
Blamage
Ondanks al die bestede tijd – meerdere kantoormedewerkers werkten al die jaren schijnbaar aan het dossier – , kregen de erfgenamen pas afgelopen jaar concrete informatie over de omvang en de samenstelling van de erfenis met een waarde van circa 200.000 euro. De bijbehorende ‘boedelbeschrijving achteraf’ bevat typefouten en inhoudelijke missers; de Kamer voor het Notariaat omschrijft het document als ‘een blamage’. “Dat zelfs deze summiere weergave van de nalatenschap onjuistheden bevat, doet het ergste vrezen voor meer gecompliceerde zaken, zoals bijvoorbeeld de definitieve aangifte erfbelasting.”
De notaris maakt door de vele fouten en inconsequenties in zijn stukken ‘een indruk van gemakzucht en slordigheid’, vindt de kamer. Twee gegrond verklaarde tuchtklachten over deze trage, slordige afwikkeling, waarvan er één bovendien tot een week schorsing leidde, hebben er niet voor gezorgd dat de notaris de zaak alsnog met enige spoed heeft afgerond. Dit ondanks diverse beloftes van zijn kant aan de erfgenamen.
De desinteresse die de notaris toont, is de notariële tuchtrechter een doorn in het oog. “Mede door zijn (proces)houding geeft de notaris er nog altijd geen blijk van dat hij zich er daadwerkelijk van bewust is dat hij als notaris en uit hoofde van zijn benoeming als vereffenaar gehouden is de belangen van de erfgenamen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te behartigen en dat hij daarbij voldoende voortvarend moet handelen,” zo staat in de uitspraak. “Hierdoor heeft de notaris het vertrouwen dat rechtzoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen in ernstige mate beschadigd.”
Welbewuste trainering
Dat hij uiteindelijk in het geheel niet meer heeft gereageerd op de klachten van een van de erfgenamen, heeft de kamer naar eigen zeggen ‘geschokt’. Ook in enkele andere klachtzaken heeft de notaris niets meer van zich laten horen, terwijl hij in het verleden vaker tuchtrechtelijk veroordeeld is. Er rest dan ook geen andere maatregel dan ontzetting uit het ambt.
De klager in de zaak, een familielid, denkt intussen dat de notaris de afhandeling welbewust in zijn eigen voordeel traineert, een gedachte waar de tuchtrechter begrip voor heeft. Dat neemt niet weg dat de notaris nog steeds de nalatenschap zal moeten afwikkelen: ontzetting uit het ambt leidt namelijk niet automatisch tot het ontslag van de notaris als vereffenaar, onderstreept de kamer. Als de erfgenamen willen dat een andere, onafhankelijke deskundige het dossier alsnog tot een goed einde brengt, en wel op kosten van de notaris, dan zullen zij dit verzoek moeten voorleggen aan de kantonrechter.
Dit artikel verscheen eerder op advocatie.nl
Geef een reactie