Het percentage loonsomvrijstelling blijft 15% in de NOW-6. Minister van Gennip informeert de Tweede Kamer over de NOW-6 en de stand van zaken van het vaststellings- en terugvorderingsproces NOW.
De belangrijkste parameters van de NOW-6 komen sterk overeen met de voorgaande NOW-5; de omzetdrempel blijft 20%, het vergoedingspercentage blijft 85% en de maximale omzetverliesgrens wordt opgehoogd van 80% naar 90%. Daarnaast blijft het maximaal te vergoeden loon op tweemaal het maximale dagloon staan. De referentie omzetperiode in de NOW-6 wordt in beginsel berekend door de omzet van 2019 te delen door vier (in plaats van de omzet in 2019 gedeeld door zes, zoals in de NOW-5 het geval was). Door te delen door vier kan de omzetdaling over de drie maanden waarop de NOW-6 betrekking heeft (januari, februari en maart 2022) goed afgezet worden tegen een vierde deel van de omzet van 2019, het jaar van vóór de coronacrisis.
Starters
Voor starters (gestart na 1 januari 2019, maar uiterlijk op 1 oktober 2021) en in het geval van overnames wordt hiervan afgeweken, conform de NOW-5. Het is, net als in de NOW-5, niet mogelijk om zelf een periode te kiezen waarin omzetverlies is geleden. Voor de NOW-6 zijn de maanden januari, februari en maart 2022 daarom de maanden waarin omzetverlies moet zijn geleden. De referentiemaand voor de loonsom wordt in de NOW-6 oktober 2021.
Loonsomvrijstelling
In de brief van 14 december jl. stond dat over het percentage loonsomvrijstelling in de NOW-6 nog besluitvorming zou plaatsvinden. Het kabinet heeft besloten om dit percentage net als in de NOW-5 te houden op 15%. Als het percentage loonsomvrijstelling zou worden verlaagd – naar bijvoorbeeld 10% zoals in de NOW-4 – zouden werkgevers die hun personeelsbestand in november en december hebben laten krimpen met meer dan 10%, hier in de NOW-6 nadelige effecten van ondervinden. Dit komt omdat de loonsomreferentiemaand van de NOW-6 oktober 2021 is en dus vóór de maanden met de verwachte mutaties in de loonsom (november en december) ligt. De mutaties in het personeelsbestand van november en december zullen daarom indirect van invloed zijn op de berekening van de loonsomvrijstelling van de NOW-6. Dit kan in bepaalde situaties leiden tot negatieve effecten op de subsidie die voor de werkgever waarschijnlijk onverwacht en lastig uitlegbaar zijn.
Definitie loonsom
In de brief van 14 december jl. is gemeld dat de Polisadministratie van UWV per 1 januari 2022 is veranderd. Dit heeft gevolgen voor de definitie van de loonsom die wordt gebruikt om de hoogte van de NOW-subsidie te bepalen. In de nieuwe situatie bevat de loonsom waarmee gerekend wordt meer posten (zoals vakantietoeslag). Deze posten worden in tegenstelling tot de berekeningswijze van de eerdere NOW-regelingen bij de loonsom opgeteld. Hierdoor valt de loonsom hoger uit. De forfaitaire opslag wordt daarom 30% in plaats van 40%, zoals in de NOW-2 tot en met NOW-5 het geval was. Een hogere loonsom met een forfaitaire opslag van 40% zou leiden tot een hogere subsidie. Door de forfaitaire opslag te verlagen met 10 procentpunt wordt dit effect geneutraliseerd. Ondernemers die na 1 februari 2020 maar uiterlijk 30 september 2021 zijn gestart, kunnen in aanmerking komen voor de NOW-5. Ook in de NOW-6 zullen deze startende ondernemers gebruik kunnen maken van de NOW als aan de overige voorwaarden wordt voldaan. Echter zal de uiterste startdatum in de NOW-6 één dag opschuiven; ondernemers die gebruik willen maken van de NOW-6 dienen uiterlijk 1 oktober 2021 te zijn gestart. De datum kan ten opzichte van de NOW-5 met één dag worden opgeschoven, omdat de loonsom referentiemaand niet langer september 2021, maar oktober 2021 is. Tegelijkertijd moet er wel sprake zijn van ten minste één maand referentieomzet in de relatief zuivere omzetperiode, zijnde juli tot en met oktober 2021.
Aanvraagloket achtste periode NOW-6
Het aanvraagloket voor de NOW-6 wordt opengesteld van 14 februari tot en met 13 april 2022. Dat betekent dat werkgevers vanaf 14 februari aanstaande bij UWV een aanvraag voor de NOW-6 kunnen doen via het daarvoor ontworpen formulier dat via www.uwv.nl beschikbaar wordt gesteld.
Aanpassing voor overnames
Er geldt een beslistermijn van dertien weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Na de aanvraag zal het voorschot in drie termijnen worden uitbetaald door UWV. In de praktijk wordt ernaar gestreefd om de eerste betaling van het voorschot binnen twee à vier weken na ontvangst van de volledige aanvraag te realiseren. Voorts is er een wijziging met betrekking tot de NOW-2 t/m 5, die zal worden verwerkt in de NOW-6. Deze aanpassing heeft betrekking op het begrip ‘overname’. Gebleken is dat zuivere aandelentransacties, waarbij het bedrijf hetzelfde blijft, maar enkel een andere aandeelhouder (of aandeelhouders) krijgt, in de basis niet vallen onder de in artikel 7:662 BW bedoelde overgang van een onderneming, waar in de NOW-regelingen naar wordt verwezen. Dat betekent dat wanneer een bedrijf middels een zuivere aandelentransactie een bedrijf heeft overgenomen, geen gebruik kan worden gemaakt van de startersmethodiek voor de referentieomzet-berekening. Door de wijziging is dat straks wel mogelijk. Mocht het omwille van de tijd niet haalbaar zijn om dit in de NOW-6 mee te nemen, dan wordt dit zo spoedig mogelijk daarna in een aparte wijzigingsregeling aangepast. Omdat voor de NOW-1 het vaststellingsloket al is gesloten wijzigen we de NOW-1 op dit punt niet, maar wordt per geval beoordeeld of er nadelige gevolgen zijn die onevenredig uitpakken en of het in bepaalde gevallen mogelijk is de startersregeling toe te passen.
Geef een reactie