De brief waarmee de Belastingdienst belastingplichtigen uitnodigde tot het indienen van een aangifte erfbelasting heeft geleid tot (rente)kosten dan wel een rentenadeel, zo oordeelde de Nationale Ombudsman. De tekortkoming was echter niet zo zwaar dat de fiscus de verzoekers een tegemoetkoming moet verlenen.
Belastingplichtigen waren afgegaan op de mededeling op het aangiftebiljet om ‘zo snel mogelijk’ een voorlopige aanslag aan te vragen. De Nationale Ombudsman heeft onderzocht of de mededeling op het aangiftebiljet voldoet aan de vereisten van behoorlijkheid. De ombudsman overwoog dat de informatie is gericht op het voorkomen dat belastingplichtigen onnodig geconfronteerd worden met heffings-/belastingrente. Vanuit dat doel geredeneerd is de informatie toereikend. Hij constateert aan de hand van de ontvangen klachten ook dat de tekst op het aangiftebiljet, door de gekozen formulering, bij verzoekers de indruk heeft kunnen wekken dat het altijd voordelig was om 'zo snel mogelijk' een voorlopige aanslag aan te vragen. Feitelijk is het echter zo dat ingeval de voorlopige aanslag wordt opgelegd en dient te worden betaald binnen de zogenaamde rentevrije periode van acht maanden per saldo sprake kan zijn van een rentenadeel. Deze nuance ontbrak ten onrechte in de verstrekte informatie.
Meer informatie: 2015/061 Belastingdienst gaf onvolledige informatie in brief over voorlopige aanslag erfbelasting
Geef een reactie