Verzuimt een inspecteur om in het computersysteem van de Belastingdienst melding te maken van een lopend boekenonderzoek? Dan is dat een kenbare fout in ruime en neutrale zin, die navordering rechtvaardigt.
Bij een vastgoedexploitant was per 30 juni 2009 een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van onder meer aangiften inkomstenbelasting. De controlerend ambtenaar verzuimde om bij aanvang van het boekenonderzoek de automatische afdoening van de aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen te blokkeren. Op 11 december 2009 deed bovendien de exploitant vrijwillig aangifte van niet eerder gemeld buitenlands vermogen. Bij het opleggen van de primitieve aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2007 hield de inspecteur geen rekening met de bevindingen van het boekenonderzoek en de vrijwillige verbetering. Op 23 oktober 2010 legde de inspecteur een navorderingsaanslag inkomstenbelasting op vanwege de vrijwillige aangifte van het buitenlandse vermogen. De inspecteur legde een tweede navorderingsaanslag op over het jaar 2007 met dagtekening 2 december 2011.
In geschil bij de Hoge Raad is of de inspecteur de navorderingsaanslag mag opleggen. Hof Den Bosch oordeelde dat bij de inspecteur het voor het kunnen opleggen van de navorderingsaanslagen benodigde ‘nieuwe feit’ ontbrak. Volgens de Hoge Raad is het nalaten van het vermelden van het boekenonderzoek in de computersystemen van de Belastingdienst echter aan te merken als een fout in de ruime en neutrale zin, die navordering mogelijk maakt. Dat bij het opleggen van de navorderingsaanslag geen rekening is gehouden met de bevindingen van het boekenonderzoek, komt door het achterwege blijven van deze vermelding. De aanslag is daarmee te laag vastgesteld door een fout van de inspecteur die navordering rechtvaardigt.
Wet: art. 16 (lid 2 letter c) AWR
Meer informatie: Hoge Raad 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1203
Geef een reactie