Bij vertrek naar het buitenland is de woning alleen een eigen woning als deze niet aan een derde ter beschikking wordt gesteld. Een dochter is geen derde in de zin van de wet. Dit heeft Hof Den Bosch beslist.
Een man, vrouw en kinderen waren eind 1994 verhuisd naar het buitenland. De woning in Nederland hielden zij aan. De oudste dochter van de man maakte totdat zij ging studeren in Nederland deel uit van het gezin. Tijdens haar studietijd woonde zij op zichzelf en maakte tijdens weekenden en vakanties gebruik van de woning. Na haar afstuderen woonde de dochter permanent in de woning. De inspecteur was van mening dat er geen sprake was van een eigen woning. Volgens het hof was de dochter ondanks haar volwassen leeftijd niet aan te merken als een derde in de zin van de wet. Zij maakte immers deel uit van het (voormalige) gezin als de man en vrouw in de woning in Nederland verbleven.
Wet: artikel 3.111 Wet inkomstenbelasting 2001
Meer informatie: Hof Den Bosch, 22 september 2011, LJN: BU8499 (publicatie 19 december 2011)
Geef een reactie