Heeft een ondernemer vóór 2019 goederen geleverd aan een particulier tegen inruil van een voucher die is uitgegeven door een derde? Dan is de ondernemer in beginsel btw verschuldigd over de geleverde goederen.
Een man verkocht in het kader van zijn onderneming bijouterieën, sieraden en diamanten. Hij had klanten in Nederland, andere EU-staten en landen buiten de EU. Een deel van de verkopen liep via een internetplatform van een ander bedrijf. Dat andere bedrijf gaf op eigen naam vouchers voor enkelvoudig gebruik uit. De klant betaalde de prijs voor de voucher aan het bedrijf. Wie een voucher wilde verzilveren, wendde zich tot de man en wisselde daar de voucher in. Vervolgens leverde de man het product. Vaak transporteerde hij de goederen naar de klant. Daarna leverde hij de voucher in bij het andere bedrijf en ontving de prijs die de klanten hadden betaald minus een vergoeding voor het bedrijf wegens verleende diensten. Volgens Rechtbank Noord-Holland vormt voor wat betreft de btw de inruil van de voucher door de klant een levering. Tenzij de afstandsverkopenregeling van toepassing is, moet de man daarom btw afdragen over de geleverde goederen. Dat een ander bedrijf de voucher uitgeeft, doet daar niets aan af.
Huidige regeling
Op 1 januari 2019 is een nieuwe regeling voor vouchers ingevoerd. Nu telt de overdracht van een voucher voor enkelvoudig gebruik in beginsel als de levering van een goed. Daarbij is het uitgangspunt dat een ondernemer op eigen naam handelt als hij de voucher uitgeeft. Zie ook: ‘Nieuwe btw-regels voor vouchers’ en ‘Heffing btw bij vouchers en waardebonnen verduidelijkt’.
Geef een reactie