Voldoet een ondernemer aan de voorwaarden, dan kan hij belastingvrij een bestelauto aanschaffen. Hij krijgt bovendien ook korting op de wegenbelasting. Wanneer komt de ondernemer hiervoor in aanmerking?
Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor het lage tarief voor de motorrijtuigenbelasting (mrb) en de vrijstelling voor belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Dit zijn:
- de gebruiker van de bestelauto is ondernemer voor de omzetbelasting en heeft een btw-nummer van de Belastingdienst;
- de bestelauto staat geregistreerd op naam van de rechtspersoon van het bedrijf van de gebruiker of op zijn eigen naam;
- de gebruiker gebruikt de bestelauto meer dan bijkomstig voor zijn onderneming. Dit betekent dus dat als de ondernemer de bestelauto voor minder dan 10% van de gereden kilometers voor de onderneming gebruikt, hij geen gebruik mag maken van de ondernemersregeling. Hij moet dan (alsnog) bpm betalen voor de aanschaf.
Bestelauto
Het rijden met grijs kenteken geldt alleen voor een bestelauto die uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. De algemene eisen hiervoor zijn:
- de laadruimte moet zijn voorzien van een vaste, vlakke laadvloer die over de hele breedte en lengte van de laadruimte is aangebracht;
- in de laadruimte mogen geen zitplaatsen aanwezig zijn.
Er bestaan verschillende typen bestelauto’s, dus zijn er per type bestelauto meer specifieke eisen voor de afmetingen van de laadruimte en de cabine vastgesteld.
Boete
Eén van de vereisten is dus dat in de laadruimte geen zitplaatsen aanwezig zijn. In de wet is bepaald dat de belastinginspecteur een boete kan opleggen als toch één of meer personen worden vervoerd in de laadruimte. Het gaat dan om een bestuurlijke boete van € 492. De bevoegdheid tot het opleggen van de bestuurlijke boete vervalt door het verloop van een jaar na het vaststellen van het verzuim.
Automatische vrijstelling
Een gebruiker die bij de Belastingdienst als ondernemer voor de omzetbelasting staat geregistreerd profiteert automatisch van het lage mrb-tarief. En de bpm-vrijstelling verleent de Belastingdienst automatisch als het kenteken van de bestelauto bij eerste registratie op naam wordt gesteld van een btw-ondernemer die aan voorgaande voorwaarden voldoet. Het bpm-bedrag telt overigens wél mee voor de fiscale bijtelling in het geval de ondernemer de auto ook voor privédoeleinden gebruikt.
Rest-bpm
De bestelauto met het grijze kenteken wordt nog vijf jaar na registratie gevolgd voor de bpm. Als de auto binnen die vijf jaar niet meer voor een onderneming wordt gebruikt of binnen vijf jaar wordt verkocht, moet de gebruiker alsnog (een deel van) de bpm betalen (de zogenoemde rest-bpm). Hiervan moet de gebruiker zelf aangifte doen bij de Belastingdienst binnen één maand nadat niet meer aan de voorwaarden voor de vrijstelling wordt voldaan. Na deze periode hoeft geen bpm meer te worden betaald. Voor de wegenbelasting heeft het niet langer voldoen aan de voorwaarden tot gevolg dat de bestelauto weer wordt ingedeeld in het normale tarief voor personenauto’s.
Doorschuifregeling
Als een ondernemer de bestelauto binnen vijf jaar na de eerste registratie verkoopt aan een andere ondernemer en die ondernemer voldoet ook aan de voorwaarden, kan de vrijstelling worden doorgeschoven naar die andere ondernemer. In dat geval hoeft dus geen rest-bpm te worden betaald. Hiervoor kan het formulier ‘bpm-doorschuifregeling ondernemers’ worden gebruikt. Voorwaarde is wel dat de ondernemer in zijn administratie een verklaring opneemt waarin koper en verkoper de verkoop van de bestelauto in combinatie met de vrijstellingsregeling bevestigen. De koper moet wel weer rest-bpm betalen als hij binnen vijf jaar na de eerste registratie de bestelauto niet meer gebruikt voor zijn onderneming.
Wet: artikel 3, derde lid; artikel 13a Wet op de bpm
Geef een reactie