De ondernemer die door toedoen van een ander (bijvoorbeeld diefstal) niet kan voldoen aan zijn informatie- en administratieplicht, kan toch een informatiebeschikking opgelegd krijgen en dus geconfronteerd worden met omkering van de bewijslast.
Een verhuurder van twee bedrijfspanden, die steeds had geopteerd voor met omzetbelasting belaste verhuur ondervond dit aan den lijve. Deze onderneemster kreeg een informatiebeschikking opgelegd, omdat ze de door de inspecteur verzochte informatie en bescheiden niet kon laten zien. Haar administratie en de usb-stick met de digitale versie daarvan waren namelijk uit de auto van haar echtgenoot gestolen. Het niet kunnen voldoen aan dit informatieverzoek was volgens haar niet gebaseerd op onwil maar overmacht. Het hof oordeelde echter dat de nadelige gevolgen van het bewaren van de administratie in de auto en het niet voorhanden hebben van een back-up van de administratie en van kopieën van de administratieve bescheiden voor haar rekening kwamen. Ze had als btw-onderneemster de plicht om de administratie van haar bedrijf zorgvuldig te bewaren. Door aldus te handelen of nalaten te handelen had zij zelf zich in een positie gebracht waarin zij niet meer voldeed aan haar informatieverplichtingen. Ze moest binnen acht weken na verzending van de uitspraak de in de beschikking gestelde vragen beantwoorden en de verzochte informatie alsnog verstrekken.
Wet: artikel 52 en artikel 52a van de AWR
Hof Den Bosch, 23 juli 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:3380
Meer informatie: Hoge Raad, 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:885
Geef een reactie