![salaris](https://www.taxence.nl/content/uploads//sites/2/2022/05/Salaris4.jpg)
Het kabinet start in het voorjaar van 2025 een internetconsultatie over de lucratiefbelangregeling. Het is wenselijk de lucratiefbelangregeling niet eerder te wijzigen dan bij het indienen van het nieuwe box 3-stelsel. Dit schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen in een Kamerbrief bij het onderzoeksrapport over de lucratiefbelangregeling.
De lucratiefbelangregeling belast voordelen van met name (fonds)managers binnen de private equity- en managementparticipatiepraktijk die als onderdeel van hun beloningsstructuur vermogensbestanddelen ontvangen. De huidige lucratiefbelangregeling biedt deze belastingplichtigen de mogelijkheid dat deze voordelen onder bepaalde voorwaarden zijn belast in box 2. Dat tarief is lager dan ‘gewone’ werknemers in box 1 moeten betalen over hun salaris. Met de motie-Idsinga c.s. vraagt de Kamer aan het kabinet om voordelen uit lucratief belang te belasten in box 1 en daarmee in feite de route naar box 2 af te sluiten.
Uit het onderzoek naar aanleiding van deze motie blijkt dat de huidige lucratiefbelangregeling belangrijke voordelen kent. Met de lucratiefbelangregeling zijn voordelen uit lucratief belang belast in box 1. De belastingplichtige kan deze heffing in box 1 inruilen voor een (lagere) heffing in box 2 (aanmerkelijkbelangvariant). Dan moet de belastingplichtige het lucratief belang onderbrengen in een kapitaalvennootschap. Deze vennootschap moet de voordelen uit lucratief belang voor minimaal 95% doorstoten naar privé, die dan zijn belast in box 2. Hiermee kwam een eind aan veel discussies of deze voordelen belast zijn in box 1 als loon uit dienstbetrekking of als resultaat uit overige werkzaamheden (standpunt Belastingdienst) of in box 3 omdat sprake was van specifieke aandelen of een winstrecht (vaak het standpunt van belastingplichtigen).
Aanmerkelijkbelangvariant
Met name is onderzoek gedaan naar genoemde aanmerkelijkbelangvariant. Hierbij is ook bezien of en zo ja, op welke wijze, al dan niet geclausuleerd, een alternatieve vormgeving mogelijk en wenselijk is. Hiervoor zijn de volgende twee varianten voor een andere vormgeving van de lucratiefbelangregeling nader onderzocht:
- a. een heffing in box 1 via de loonbelasting of resultaat uit overige werkzaamheden (de huidige hoofdregel); en
- b. een heffing in box 2 met een multiplier voor lucratief belang.
Bij de eerstgenoemde alternatieve variant (a.) is de informatiepositie van de Belastingdienst beter geborgd dan onder de huidige regeling. Bij die variant is het namelijk gemakkelijker voor de Belastingdienst om toezicht te houden op de heffing over carried interest. Maar deze variant betekent wel een fundamentele herziening van de huidige lucratiefbelangregeling en vraagt daarom veel van de wetgevings- en uitvoeringscapaciteit. De tweede alternatieve variant (b.) vergt een minder vergaande aanpassing van de huidige lucratiefbelangregeling. Beide varianten hebben uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst.
Verder is het van belang dat het toepasselijke tarief voor voordelen uit lucratief belang (via box 2) niet uit de pas loopt met het tarief dat de ons omringende landen hanteren voor dergelijke voordelen.
Het rapport sluit af met het advies om dan ook op korte termijn geen wijziging in de huidige lucratiefbelangregeling aan te brengen en tegelijkertijd voor beide alternatieve varianten een internetconsultatie te starten. Het kabinet zal daarom in het voorjaar van 2025 de internetconsultatie van deze varianten starten. Het is daarnaast wenselijk de lucratiefbelangregeling niet eerder te wijzigen dan bij het indienen van het nieuwe box 3-stelsel. Het doel daarvan is het voorkomen dat een eventuele wijziging in de lucratiefbelangregeling niet goed aansluit op het nieuwe box 3-stelsel.
Masterclass management- en werknemersparticipatie
Tijdens deze masterclass komen in één dag de belangrijkste juridische en fiscale aspecten van management- en werknemersparticipaties aan bod, zowel de vormgeving als de fiscale gevolgen.
Geef een reactie