Mr. Stef Bekker schreef een commentaar voor NTFR op een onlangs verschenen uitspraak van het Hof Den Haag. Komt een ondernemer bij aanschaf van een bedrijfsmiddel overeen om een aanbetaling te doen in een jaar en het restant van de koopsom in een volgend jaar bij levering? En is de aanschafprijs in vreemde valuta? Dan kan hij op de balansdatum in het jaar van aanschaf geen valutaverlies nemen als de waarde van de vreemde valuta in het jaar van afbetaling is toegenomen.
Het hof oordeelt dat tot het moment van verschuldigdheid van de resterende koopprijs een ongerealiseerd valutaverlies op de verplichting voor de resterende koopprijs correspondeert met een even grote ongerealiseerde valutawinst op de resterende aanschaffingskosten.
Commentaar mr. Stef Bekker
Mr. Stef Bekker, zelfstandig belastingadviseur en werkzaam voor Ammerlaan Belastingadviseurs schreef een commentaar voor NTFR.
‘Zowel de rechtbank als het hof volgen de inspecteur in de redenering dat de betalingsverplichting niet los gezien mag worden van de uiteindelijke waardering van het vliegtuig op de fiscale balans. Zowel de rechtbank als het hof wijzen belanghebbende er daarbij op dat zij een mogelijk valutarisico niet heeft afgedekt, waarmee zij dit risico blijkbaar heeft aanvaard. Trek ik deze lijn overigens door, dan zou een geleden valutaverlies op een ter zake wél afgedekt valutarisico, wél in aftrek gebracht kunnen worden. Het hof merkt op dat tot het moment van verschuldigdheid van de resterende koopprijs, een ongerealiseerd valutaverlies op de verplichting ter zake van de resterende koopprijs correspondeert met een even grote ongerealiseerde valutawinst op de resterende aanschafkosten van het vliegtuig. Het zijn als het ware communicerende vaten waardoor het genoemde valutarisico uiteindelijk een (samenhangend) onderdeel vormt van de kostprijs van het vliegtuig.
Lees het volledige commentaar via de link naar NTFR.
Geef een reactie