Een ondernemer die schade leed door een onvolledig belastingadvies, had recht op een schadevergoeding. Bij de hoogte van deze vergoeding was het hof volgens de Hoge Raad terecht uitgegaan van ‘kansschade’.
Deloitte Belastingadviseurs bv had een accountant bijgestaan bij zijn uittreden uit een maatschap. De belastingadviseur had daarbij een onvolledig advies gegeven over de mogelijkheden van geruisloze inbreng en de accountant niet gewezen op de ruilarresten. Het gegeven advies kon praktisch niet worden uitgevoerd, en daarvoor moest het belastingadvieskantoor een schadevergoeding betalen aan de cliënt, zo oordeelde het hof. De hoogte van deze schadevergoeding had het hof terecht bepaald op basis van ‘kansschade’. Daarvoor woog het hof af dat er een kans bestond van 60% dat de accountant van de ruilarresten-faciliteit had gebruik gemaakt als Deloitte hem in het advies hierop had gewezen. Het belastingadvieskantoor moest dan ook 60% van het verschil vergoeden tussen de belasting die de accountant feitelijk had betaald en die hij zou hebben betaald als hij de ruilarresten had toegepast. De Hoge Raad sloot zich hierbij aan.
Meer informatie: Hoge Raad, 21 december 2012, LJN: BX7491
Geef een reactie