Recent is duidelijk geworden dat sprake is van een onjuiste toepassing van de regeling rondom invorderingsrente meldt staatssecretaris Vijlbrief aan de Tweede Kamer. Op dit moment onderzoekt de Belastingdienst de aard en omvang van de problematiek.
Er zijn twee situaties onderkend, waarbij de wetgeving rondom de invorderingsrente onjuist is toegepast.
Vermindering aanslag
Het niet herrekenen van invorderingsrente na vermindering van een aanslag. Bij een te late betaling van een belastingaanslag brengt de Belastingdienst invorderingsrente in rekening. Als daarna de aanslag wordt verminderd, dan moet de invorderingsrente worden herrekend naar de nieuwe, verlaagde hoofdsom. Deze herrekening heeft niet plaatsgevonden. Hierdoor is per saldo ten onrechte te veel invorderingsrente in rekening gebracht. Dit speelt sinds 2013.
Verrekening aanslag
Het ten onrechte in rekening brengen van invorderingsrente in de situatie dat een negatieve aanslag met een positieve (nog – deels – onbetaalde) aanslag van hetzelfde middel en jaar wordt verrekend. Vanaf 2013 bevat de Invorderingswet 1990 de bepaling dat geen invorderingsrente in rekening gebracht wordt als een negatieve aanslag wordt afgeboekt op een positieve (onbetaald gebleven) aanslag over hetzelfde tijdvak en van hetzelfde middel. Dit geldt voor onder andere aanslagen voor de inkomstenbelasting, de zorgverzekeringswet en de vennootschapsbelasting. Er is helaas gebleken dat bij dergelijke verrekeningen ten onrechte wel invorderingsrente in rekening is gebracht. De omvang van de problematiek rondom de invorderingsrente wordt onderzocht.
Op basis van de bevindingen worden maatregelen genomen om te voorkomen dat de problematiek blijft voortbestaan en zal herstel voor het verleden plaatsvinden.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 19 februari 2021
Geef een reactie