Voert een werkgever een nieuwe vergoedingsregeling in voor extraterritoriale huisvestingskosten van buitenlandse werknemers en verlaagt de werkgever het brutoloon van die werknemers? Maar vindt de verwerking in de loonadministratie pas in de loop van het jaar met terugwerkende kracht plaats? Dan kan de werkgever de nieuwe regeling toch voor het hele jaar toepassen.
Een uitzendbureau had voornamelijk werknemers uit Centraal- en Oost-Europese landen in dienst. Het uitzendbureau leende deze werknemers uit aan Nederlandse bedrijven. De exploitant van het uitzendbureau verzorgde de huisvesting van haar buitenlandse werknemers. Die werknemers betaalden daarvoor een vergoeding uit hun nettoloon. Het uitzendbureau stelde dat zij vanaf 1 januari 2008 had besloten een vergoedingsregeling voor de extraterritoriale huisvestingskosten van de werknemers in te voeren. Deze hield in dat de huisvestingskosten uit het brutoloon konden worden vergoed onder gelijktijdige compensatie van het brutoloon voor de door deze invoering veroorzaakte verlaging van de grondslagen voor pensioenopbouw en sociale zekerheidsrechten. Feitelijk is de nieuwe regeling voor de huisvestingskosten pas rond 1 oktober 2008 geïmplementeerd. Dit kwam doordat de salarissoftware van het uitzendbureau niet eerder was aangepast. Alle loonstroken van de buitenlandse werknemers zijn in 2008 met terugwerkende kracht aangepast en opnieuw aan de werknemers uitgereikt. In geschil is of de Belastingdienst de naheffingsaanslag loonheffingen terecht heeft opgelegd. Volgens de Belastingdienst kon in het eerste half jaar van 2008 het door de werknemers genoten loon niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd.
Hof Den Bosch is van oordeel dat in feite sprake is van toepassing van de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2008. Weliswaar heeft het uitzendbureau de nieuwe regeling voor huisvestingskosten niet geheel volgens de daarvoor geldende regels per 1 januari 2008 ingevoerd, maar het gaat te ver om de inlevering van een deel van het brutoloon te negeren voor de heffing van loonbelasting. Het hof is van mening dat de nieuwe regeling realiteitsgehalte heeft en vernietigt de naheffingsaanslag.
Wet: Art. 15a lid 1 letter j Wet LB 1964 (tekst 2008)
Meer informatie: Gerechtshof Den Bosch 14 december 2017 (gepubliceerd op 23 januari 2018), ECLI:NL:GHSHE:2017:5653
Geef een reactie