Een ontslaguitkering die met de kantonrechtersformule was bepaald, was geen VUT-uitkering die diende ter overbrugging van de periode tot het pensioen van de ex-werknemer. De uitkering was dan ook belast als loon uit dienstbetrekking en de inhoudingsplichtige was geen eindheffing verschuldigd, oordeelde Hof Den Haag.
Het ging in deze zaak om een man die op 62-jarige leeftijd werd ontslagen vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. Bij het bepalen van de hoogte van de ontslagvergoeding (€ 100.000) nam de kantonrechter onder meer de leeftijd van de man, zijn loon en de duur van het dienstverband in acht, zoals dat gebruikelijk is bij de kantonrechtsformule. De man stelde dat sprake was van een VUT-uitkering zodat de inhoudingsplichtige de eindheffing had moeten toepassen. Daar waren de inspecteur, de rechtbank en ook Hof Den Haag het niet mee eens. In de beslissing van de kantonrechter kon niet worden gelezen dat de ontslagvergoeding geheel of gedeeltelijk was toegekend met het doel een inkomen(svergoeding) te geven ter overbrugging van het moment van ontslag tot aan het moment van het ingaan van een pensioen- of AOW-uitkering. Het standpunt van de man was niet aannemelijk geworden. De inspecteur had de ontslagvergoeding terecht als loon uit dienstbetrekking aangemerkt.
Wet: artikel 32ba Wet LB
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 11 november 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3701
Geef een reactie