Het behalen van succes in een geschil met de fiscus begint met een ontvankelijk bezwaarschrift. Soms kan zelfs het aantonen dat de inspecteur een bezwaarschrift had moeten afwijzen in plaats van niet-ontvankelijk verklaren al recht geven op een (bescheiden) proceskostenvergoeding.
Uitspraak op bezwaarschrift
Als iemand een bezwaarschrift indient tegen een bepaald standpunt van de Belastingdienst, moet de inspecteur uitspraak doen op dit bezwaarschrift. Daarbij staan voor hem drie mogelijkheden hopen:
- de inspecteur kan het bezwaar geheel of gedeeltelijk toewijzen;
- hij kan het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren; of
- hij kan het bezwaar afwijzen.
Niet-ontvankelijkheid versus afwijzing
Wat is nu het verschil tussen een niet-ontvankelijkheidverklaring en een afwijzing? Als de inspecteur het bezwaarschrift afwijst heeft hij het inhoudelijk in behandeling genomen. Daarbij is hij tot de conclusie gekomen dat de motivering van het bezwaarschrift onvoldoende is om zijn standpunt of de gevolgen daarvan te wijzigen. Na de afwijzing van een bezwaarschrift kan de belanghebbende in beroep gaan bij de belastingrechter. Is het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard, dan is de inspecteur niet inhoudelijk ingegaan op het bezwaarschrift. Overigens kan hij dan wel besluiten om over te gaan tot een ambtshalve vermindering. Bijvoorbeeld als hij meent dat de aanslag toch te hoog is vastgesteld.
Beroepsprocedure
Als de inspecteur een bezwaarschrift niet-ontvankelijk heeft verklaard, kan men in beginsel niet in beroep gaan tegen de beschikking in kwestie. De belanghebbende zal eerst in beroep moeten gaan tegen de niet-ontvankelijkheidsverklaring voordat de rechter überhaupt toekomt aan de motivering van het bezwaarschrift. Als de rechter oordeelt dat de inspecteur ten onrechte een bezwaarschrift niet-ontvankelijk heeft verklaard, geeft dit de belanghebbende al recht op een proceskostenvergoeding. Zo kreeg een man een vergoeding toegekend omdat de inspecteur zijn bezwaarschrift niet-ontvankelijk had verklaard, terwijl Hof Den Haag vond dat de fiscus het bezwaarschrift had moeten afwijzen. De totale vergoeding bleef echter beperkt tot een vergoeding van het griffierecht à € 157 en een proceskostenvergoeding van € 27,20.
Wanneer niet-ontvankelijk?
De inspecteur zal een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren als:
- de belanghebbende het bezwaarschrift heeft ingediend nadat de bezwaartermijn is verstreken;
- het bezwaarschrift niet voldoet aan de gestelde voorwaarden; of
- de belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid de gepleegde verzuimen te herstellen.
Te laat bezwaarschrift
In beginsel is de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken. Deze termijn begint na de dag waarop de aanslag of de beschikking bekend is gemaakt. Als de inspecteur het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaart vanwege termijnoverschrijding, kan de belanghebbende daartegen beroep aantekenen als hij denkt dat hij zijn bezwaarschrift wel tijdig heeft ingediend. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is van openbare orde: de inspecteur en eventueel later de rechter moet beoordelen of het tijdig is ingediend. Overigens moet de Belastingdienst een te laat ingediend bezwaarschrift toch behandelen alsof het tijdig was ingediend. In dat geval is de uitkomst een zogeheten ambtshalve beoordeling. Tegen een ambtshalve beoordeling staat geen beroep open.
Voorwaarden bezwaarschrift
De naam zegt het al: een bezwaarschrift moet schriftelijk zijn. Het bezwaarschrift mag in een vreemde taal luiden, maar moet in dat geval een Nederlandse vertaling bevatten als dit nodig is voor een goede behandeling van het bezwaarschrift. Ook moet het bezwaarschrift zijn ingediend door iemand die daartoe bevoegd is en binnenkomen bij het bevoegde bestuursorgaan. Daarnaast moet het bezwaarschrift ieder geval het volgende bevatten:
- de naam, het adres en de woonplaats van de indiener;
- een dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden van het bezwaar; en
- een ondertekening.
Deze eisen gelden trouwens ook voor een beroepschrift.
Herstel van verzuimen
Als een bezwaarschrift een gebrek bevat, moet de Belastingdienst de belanghebbende daar op wijzen. In beginsel moet de belanghebbende de gelegenheid krijgen het verzuim te herstellen.
Geen verzuim
Een niet-ontvankelijkheidverklaring blijft achterwege als het niet redelijk is om te oordelen dat de indiener van het bezwaar in verzuim te zijn geweest. Een te laat bezwaarschrift kan bijvoorbeeld toch ontvankelijk zijn als sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Wet: artikelen 6:5, 6:6 en 6:8 Awb
Besluit: Paragraaf 11 Besluit Fiscaal Bestuursrecht
Meer informatie: Hof Den Haag, 3 september 2013 (gepubliceerd 23 oktober 2013), ECLI:NL:GHDHA:2013:3907
Geef een reactie