Staatssecretaris Van Rij stuurt de Eerste en Tweede Kamer een brief over de bilaterale en multilaterale fiscale ontwikkelingen rondom grenswerkers.
België
Op 23 november is een verduidelijkende overeenkomst gesloten met België over het al dan niet ontstaan van een vaste inrichting van de werkgever in de woonstaat van de werknemer als gevolg van hybride werken over de grens. De overeenkomst biedt in beginsel meer duidelijkheid over de vraag of het thuiswerken van werknemers in de woonstaat leidt tot een vaste inrichting. Dat is relevant voor waar de werkgever vennootschapsbelasting en loonbelasting moet betalen. Daarnaast is er een praktische handreiking opgenomen waarin het uitgangspunt geldt dat de thuiswerkplek in de woonstaat van een werknemer voor de in de werkgeverstaat gevestigde werkgever in ieder geval geen vaste inrichting vormt wanneer de werknemer bij de betreffende werkgever 50% of minder van de arbeidstijd thuiswerkt. Deze overeenkomst is in Nederland per 8 december gepubliceerd.
Het afgelopen half jaar is met België verder onderhandeld over een drempelregeling bij hybride werken over de grens. Dit is relevant voor welk land het heffingsrecht heeft over het inkomen van de grenswerker. Binnenkort worden de onderhandelingen voortgezet.
Duitsland
In december dit jaar vindt de derde onderhandelingsronde met Duitsland plaats over de aanpassing van het bilaterale belastingverdrag. Er zal dan met name gesproken worden over het opnemen van een drempelregeling om deels hybride werken door grenswerkers te faciliteren. Op korte termijn lijkt slechts een drempelregeling met een beperkte dagendrempel haalbaar. Voor een mogelijke verdergaande regeling op de langere termijn vindt in breder internationaal verband overleg plaats. Het streven is om de bilaterale onderhandelingen met Duitsland over de drempelregeling in de eerste helft van 2024 af te ronden.
EU-overleg over grenswerkers
In oktober is gesproken over mogelijke oplossingsrichtingen. Er is geen duidelijkheid of dit op termijn tot Europese coördinatie en op korte termijn tot concrete afspraken zal leiden. Ook in EU-verband is Nederland in beginsel voorstander van een drempelregeling waarmee wordt aangesloten bij de EU Kaderovereenkomst voor sociale zekerheid. Nederland is daarbij bereid om voor de lange termijn andere oplossingsrichtingen te verkennen, zoals een ’one-stop-shop’ in de woonstaat in combinatie met een compensatieregeling. Uitgangspunt hierbij is dat de grenswerker aangifte doet en belasting afdraagt in één land (woonstaat of werkgeverstaat), gevolgd door een onderlinge verrekening tussen de betrokken landen. Op deze manier worden niet de heffingsrechten, maar de belastingopbrengsten verdeeld tussen de woon- en werkgeverstaat.
Van Rij meldt ten slotte dat hij een onderzoek instelt naar de omvang van de inkomensgevolgen en de budgettaire gevolgen van hybride werken door grenswerkers ten aanzien van de buurlanden. De eerste resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting in het tweede kwartaal van 2024 beschikbaar zijn.
Online cursus Werken in de grensstreek
Tijdens deze online cursus staat de belastingverdragen tussen Nederland-België en Nederland-Duitsland centraal. Ook de voor grenswerkers nationaalrechtelijke aspecten, zoals de kwalificerende buitenlandse belastingplicht, komen aan de orde.
Geef een reactie