Een belastingplichtige is verplicht informatie te verstrekken die van belang kan zijn voor zijn eigen belastingheffing. Dat de belastingplichtige stelt niet in staat te zijn zelf aan deze verplichting te voldoen, voorkomt volgens Rechtbank Den Haag niet dat deze omstandigheid voor zijn eigen rekening en risico blijft.
In deze zaak ging het om een vrouw die een informatiebeschikking kreeg opgelegd nadat zij niet reageerde op een verzoek om informatie te verschaffen. De inspecteur was van mening dat de vrouw een of meer bankrekeningen in het buitenland had en vroeg om opheldering. De vrouw stelde dat ze na een herseninfarct en een dementieel beeld niet meer in staat zou zijn inhoudelijke vragen over haar financiële situatie te beantwoorden. Verder was zij niet bij machte om (rechts-)hulp in te schakelen.
De rechtbank stelde vast dat de inspecteur de bevoegdheid had om een informatiebeschikking uit te vaardigen, omdat de gevraagde informatie van belang kon zijn voor de belastingheffing bij de vrouw. De omstandigheid dat zij niet in staat was om ook maar op enige wijze de gevorderde informatie te verstrekken, rechtvaardigde volgens de rechtbank niet dat de zij zich van haar plicht kon verschonen. De rechtbank stelde vervolgens dat de vrouw binnen twee weken alsnog aan de op haar rustende informatieverplichting moest voldoen.
Wet: artikel 47 en 52a AWR
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 4 februari 2014 (gepubliceerd 26 februari 2014)
Geef een reactie