In beginsel mogen ondernemers de btw aftrekken die zij van andere ondernemers in rekening kregen gebracht. Daarbij kan het voorkomen dat de factuur wordt verstuurd voordat de desbetreffende prestatie wordt geleverd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat ook in deze situatie de voorbelasting aftrekbaar is op het moment waarop de afnemer de factuur ontvangt.
In de zaak voor de Hoge Raad had een maatschap, die vastgoed exploiteerde en verhandelde, een nieuw bedrijfspand laten bouwen. De maatschap had de factuur met de aanneemsom en de btw ontvangen voordat de aannemingsovereenkomst was afgesloten. De factuur vermeldde ook dat betalingen moesten plaatsvinden binnen veertien dagen. In de aannemingsovereenkomst gingen partijen echter uit van een gefaseerde betaling. De maatschap had de gefactureerde btw afgetrokken in het kwartaal waarin zij de factuur had ontvangen. Zij had echter nog geen betaling gedaan en de aannemer had de gefactureerde btw niet voldaan. De Belastingdienst hief daarom de btw na bij de maatschap. Deze begon daarop een beroepsprocedure.
Bij wie naheffen?
De Hoge Raad wees de fiscus erop dat de wet geen datum noemt waarop een factuur op zijn vroegst mocht worden uitgereikt. Facturering vóór levering was dus mogelijk met alle gevolgen voor de btw-aftrek van dien. Wel is het zo dat de inspecteur btw, die alleen verschuldigd is omdat zij is gefactureerd, kan naheffen bij de leverancier of bij de afnemer. Op basis van een besluit zal in zo’n geval de inspecteur in het algemeen zich eerst wenden tot de leverancier. Op deze regel zijn uitzonderingen. De Hoge Raad verwees de zaak door naar een ander hof. Dit hof moest onderzoeken of hier sprake was van btw die alleen verschuldigd was vanwege de facturering. Was dit het geval, dan moest het hof onderzoeken of de inspecteur een juiste afweging had gemaakt bij zijn keuze om de afnemer in plaats van de leverancier een naheffingsaanslag btw op te leggen.
Wet: artikelen 15, eerste lid, onderdeel a, 34g en 37 Wet OB 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1084
Geef een reactie