Omdat voor de heffing van de BPM de registratie van de auto in het kentekenregister het belastbare feit is, moet men de staat van de auto op dat moment beoordelen. Als op dat moment sprake is van een gebruikte auto, mag de kentekenhouder een afschrijving toepassen op de verschuldigde BPM.
In een zaak voor de Hoge Raad had een Nederlands B.V. bij een Duitse dealer een nieuwe personenauto gekocht. De leverancier leverde de auto af aan de B.V. in Duitsland met een kilometerstand van circa 30 kilometer. Op 1 februari 2016 diende de B.V. een aangifte BPM in omdat zij de auto in Nederland ging gebruiken. De kilometerstand stond toen op 3195 kilometer. Tussen de Belastingdienst en de B.V. ontstond een geschil of de auto een nieuwe of gebruikte auto was voor de berekening van de BPM. Hof Den Haag meende dat de auto als nieuw kwalificeerde omdat zij als nieuw aan de B.V. was geleverd. Volgens het hof kon de B.V. bepalen wanneer zij na de aankoop de auto in Nederland zou laten registreren. Maar de Hoge Raad komt tot een ander oordeel. Van belang is de staat van de auto op het moment waarop het belastbare feit plaatsvindt. En het belastbare feit voor de BPM is de registratie in het Nederlandse kentekenregister. Deze regel geldt ook als een belastingplichtige een auto in het buitenland als nieuw heeft gekocht en later in Nederland laat registreren. De Hoge Raad merkt nog op dat de intentie waarmee een en ander heeft plaatsgevonden niet van belang is voor de beoordeling van de staat van de auto. In de desbetreffende zaak was de auto op moment van de registratie al niet nieuw meer. De B.V. mocht daarom het BPM-bedrag verminderen met een afschrijving vanwege gebruik.
Wet: art. 10, eerste lid Wet BPM 1992
Meer weten?
Mr. Heleen Elbert verzorgt op 8 oktober 2018 de PE-Pitstop Fiscale aspecten auto van de zaak.
> Meer informatie en aanmelden
Meer informatie: Hoge Raad 21 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1695
Geef een reactie