De omstandigheid dat een ondernemer een vooruitbetaling per automatische incasso ontvangt, is nog geen reden om de btw-afdracht uit te stellen.
Volgens de exploitant van een fitnesscentrum hoefde de afdracht van de btw over in december 2010 ontvangen abonnementsgelden pas in 2011 plaats te vinden. Deze B.V. vond dat geen sprake was van een vooruitbetaling, omdat de abonnementsgelden via automatische incasso van de rekening van de abonnementhouders waren geïncasseerd. Bovendien waren de abonnementen te allen tijde op te zeggen. In zo’n situatie was het betaalde abonnementsgeld terug te vorderen. Hof Arnhem-Leeuwarden ziet in deze omstandigheden echter geen reden om de btw-afdracht uit te stellen. Op grond van de Btw-richtlijn is de btw in het geval van vooruitbetalingen verschuldigd op moment van ontvangst van het bedrag. Ook volgens de wet is de btw uiterlijk verschuldigd op het moment waarop de btw-ondernemer de vergoeding voor zijn prestatie ontvangt. Daarbij maakt volgens het hof niet uit of de afnemer van de prestatie toestemming geeft voor automatische incasso of het bedrag zelf overmaakt. Ook de opzegbaarheid van het abonnement is in dit verband irrelevant. De B.V. had de btw over de vooruitbetalingen al in 2010 moeten afdragen, zodat de fiscus mag naheffen.
Wet: art. 13, eerste en tweede lid Wet OB 1968
Richtlijn: art. 65 Btw-Richtlijn 2006/112/EG
Geef een reactie