In de jaren 2013 en 2014 moesten werkgevers onder voorwaarden de zogeheten pseudo-eindheffing hoge lonen toepassen. De Hoge Raad maakt duidelijk dat dit ook moest als niet de werkgever, maar een concernmaatschappij het voordeel verstrekte.
In verband met een voorgenomen beursgang waren in 2012 aan het management van een bv aandelen toegekend tegen een symbolisch bedrag. De aandelen waren toegekend door een LLC. Twee participatiemaatschappijen hadden deze vennootschap naar buitenlands recht opgericht. De bv had ten aanzien van de aandelentoekenning loonbelasting ingehouden en afgedragen. Vervolgens legde de inspecteur nog een naheffingsaanslag opgelegd op grond van de pseudo-eindheffing hoog loon, ook bekend als de crisisheffing. De crisisheffing bestond namelijk in de jaren 2013 en 2014. De bv bestreed de naheffingsaanslag met de stelling dat zij voor de aandelentoekenning geen inhoudingsplichtige was omdat sprake is van loon van derden. Maar Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de naheffingsaanslag in stand gelaten. Zie ook NTFR 2021/778. Daarop besluit de bv in cassatie te gaan.
Beloning van concernmaatschappij
Maar de Hoge Raad volgt het hof. Indien een werknemer een voordeel van een derde geniet, is over dat voordeel slechts loonbelasting verschuldigd als het wordt verstrekt in opdracht en voor rekening van de werkgever. Daarmee is op één lijn te stellen een geval waarin binnen een concern een andere concernmaatschappij dan de werkgever het voordeel verstrekt. Zelfs als die andere concernmaatschappij het voordeel niet doorberekent aan de werkgever. Wel moet de verstrekking van het voordeel gebeuren met medeweten van de werkgever. In het onderhavige geval is daarvan sprake. De LLC vormt een concernmaatschappij omdat de participatiemaatschappijen die haar hebben opgericht al haar aandelen houden en ook tezamen een belang van 72,6% hebben in de bv. Daaraan doet niet af dat de bv geen dochtermaatschappij van de LLC en beide lichamen evenmin een economische eenheid vormen. De bv is daarom vanwege de aandelentoekenning ook de pseudo-eindheffing hoog loon verschuldigd.
Wet: art. 2:24a en 2:24b BW en art. 32bd Wet LB (tekst 1 januari 2013)
Bron: Hoge Raad 14 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:15, 21/00836
Geef een reactie