De gemeente Middelburg die bij de bouw van een stadskantoor een bijdrage had ontvangen uit het btw-compensatiefonds, moest de btw herzien toen het gebruik van het gebouw deels wijzigde.
Sinds 2003 kunnen gemeenten en provincies een beroep doen op het btw-compensatiefonds. Als zij diensten of goederen extern inkopen, betalen zij daarover btw. Overheidslichamen zijn echter niet onderworpen aan de Wet Omzetbelasting 1968 bij de uitvoering van activiteiten die een publiek doel dienen. Dit betekent dat de overheid voor overheidsactiviteiten geen aanspraak kan maken op aftrek van de btw over goederen en diensten die ze uitbesteedt. Alle btw hierover vormt dan een kostenpost, wat extern ingekochte diensten al snel duurder maakt dan intern uitgevoerde activiteiten. Om de keuze tussen het zelf uitvoeren van taken en het uitbesteden daarvan niet te laten beïnvloeden door btw-heffing, kunnen gemeenten en provincies toch de btw terugvragen die ze hebben betaald over uitbesteed werk. Zij kunnen daarvoor een bijdrage vragen uit het btw-compensatiefonds. De financiering van het btw-compensatiefonds vindt in beginsel voor het Rijk budgettair neutraal plaats. Dit kan door een korting op het gemeente- en provinciefonds.
Gemengde prestaties
In een zaak bij de Hoge Raad ging het om de gemeente Middelburg die in 2004 een stadskantoor in gebruik nam dat in haar opdracht was gebouwd. Het gebouw zou zowel voor overheidsactiviteiten (93%) als voor btw-belaste prestaties (6%) als voor btw-vrijgestelde prestaties (1%) worden gebruikt. De gemeente had voor het stadskantoor een bijdrage uit het btw-compensatiefonds ontvangen van 93% van de omzetbelasting die op de bouw drukte. In 2006 ging de gemeente het stadskantoor voor een deel btw-vrijgesteld verhuren. Dit ging ten koste van de overheidsactiviteiten. De inspecteur eiste in verband met het gewijzigde gebruik een deel van de verleende compensatie terug.
Herziening
De Hoge Raad oordeelde dat de herrekening of de herziening niet achterwege moet blijven als verschuivingen plaatsvinden tussen gebruik voor niet-ondernemersactiviteiten en gebruik voor vrijgestelde ondernemersactiviteiten. Het achterwege blijven van de herziening zou ertoe leiden dat op de verhuurde gedeelten van het stadskantoor geen omzetbelasting zou ‘drukken’. Dit is niet de bedoeling van de herzieningsregeling. De btw moest dus worden herzien.
Wet: artikel 8 Wet op het BTW-compensatiefonds
Meer informatie: Hoge Raad, 21 september 2012, LJN: BU4833
Geef een reactie