Normaal gesproken moet men een conclusie van repliek indienen voordat de uitnodiging voor de zitting is ontvangen. Maar als de rechter een te laat ingediende conclusie van repliek toch behandelt, moet hij daarvoor ook een proceskostenvergoeding toekennen.
Dit was het geval in de volgende zaak. Tijdens een beroepsprocedure had een vrouw de rechtbank een brief gestuurd met daarin het verzoek een conclusie van repliek in te dienen. Deze conclusie was ook opgenomen in deze brief. Hoewel toen de uitnodiging voor het volgen van de zitting al was verstuurd, stuurde de rechtbank de brief door naar de Belastingdienst. Tijdens de zitting stelde de rechtbank de vrouw in het gelijk, maar kende haar geen proceskostenvergoeding toe voor het indienen van de conclusie van repliek. De vrouw ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof wees haar erop dat de rechter niet verplicht is de partijen de gelegenheid te geven tot het indienen van een conclusie van repliek en dupliek. Aan de andere kant had de rechtbank het verzoek van de vrouw niet meteen afgewezen en de conclusie van repliek zelfs doorgestuurd naar de inspecteur. De rechtbank was tijdens de zitting op deze beslissing teruggekomen, maar had dit niet gemotiveerd. Door dit alles had de rechtbank volgens het hof het verzoek van de vrouw stilzwijgend gehonoreerd. Haar conclusie van repliek moest daarom meetellen in de berekening van de proceskostenvergoeding.
Wet: artikelen 8:43, eerste lid, 8:56 en 8:75 Awb
Besluit: Onderdeel A.1 Bijlage Besluit proceskosten bestuursrecht
Meer informatie: Hof Amsterdam, 27 maart 2014 (gepubliceerd 8 april 2014), ECLI:NL:GHAMS:2014:1222
Geef een reactie