Wie een lijfrentepolis afkoopt terwijl hij bij het betalen van de premies belastingaftrek heeft genoten, zal revisierente moeten betalen aan de Belastingdienst. Hof Amsterdam heeft duidelijk gemaakt dat dit zelfs het geval is als de afkoopsom lager is dan de afgetrokken premies.
In de zaak voor het hof had een man in 2010 een lijfrenteverzekering afgekocht. Deze polis zou pas aflopen in 2018. De afkoopsom bedroeg € 53.219 terwijl de man in de voorgaande jaren voor in totaal € 61.750 had gestort. De man moest niet alleen belasting betalen over de afkoopsom, maar ook revisierente vergoeden (zie ook ‘Revisierente: beter voorkomen dan betalen'). Voor Hof Amsterdam stelde de man dat de revisierenteregeling in zijn geval onbillijk uitpakte. Volgens hem was de regeling bedoeld om te voorkomen dat een belastingplichtige zijn beleggingswinst op een willekeurig tijdstip te gelde maakt. Bij een verlies zou revisierente dus achterwege moeten blijven. Ook bedroeg de revisierente meer dan het renteverlies dat de fiscus daadwerkelijk had opgelopen in verband met de lijfrentepremieaftrek. Maar het hof wees het beroepschrift van de man af. De inspecteur had de wettelijke regeling correct toegepast. De wetgever mocht het rentenadeel dat de staat had geleden op forfaitaire wijze compenseren als men niet voldeed aan de voorwaarden van de lijfrentefaciliteit. Dat de man een verlies had geleden door zijn afkoop maakte dit niet anders.
Wet: artikel 30i AWR
Meer informatie: Hof Amsterdam, 12 maart 2015 (gepubliceerd 22 april 2015), ECLI:NL:GHAMS:2015:1415
Geef een reactie