Niet alle visserijsectoren kwamen in aanmerking voor de tegemoetkomingsregeling voor de aquacultuursector. Voor de kleinschalige kust- en binnenvisserij komt nu een specifieke maatregel.
De beleidsregel voorziet in een tegemoetkoming voor gedupeerde ondernemingen die vallen onder de volgende twee categorieën: visserijbedrijven op de binnenwateren en visserijbedrijven die actief zijn in de kleinschalige kustvisserij. Dit betreft alle bedrijven die gebruik maken van schepen kleiner dan 12 meter of binnenvisserijbedrijven, en die niet in aanmerking komen voor subsidie op grond van de reeds opengestelde subsidiemodule voor het tijdelijk stopzetten van visserijactiviteiten in verband met COVID-19 (stilligregeling). De IJsselmeervissers komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van deze beleidsregel, omdat in die categorie vissers gemiddeld genomen weinig tot geen omzetverlies geleden is. Dit omdat de IJsselmeervisserij een groot deel van de betreffende periode gesloten was en niet of niet afdoende aangetoond kan worden dat een IJsselmeervisser schade heeft geleden door de coronamaatregelen.
Bescheiden jaaromzet
De categorieën bedrijven waar deze beleidsregel voor bedoeld is betreffen kleinschalige visserijvormen met relatief bescheiden jaaromzetten. In de opzet van de beleidsregel is gekozen voor een benadering waarbij met zo min mogelijk administratieve en uitvoeringslasten aan alle getroffen bedrijven een eenmalige vaste tegemoetkoming wordt verstrekt. Hierbij is waar mogelijk aangesloten bij de systematiek zoals die ook voor de per 26 juni jl. gesloten TOGS-beleidsregel voor mkb-bedrijven is toegepast.
De vaste tegemoetkoming bedraagt € 1.000,- per bedrijf voor de binnenvisserij en € 1.500,- per bedrijf in de kleinschalige kustvisserij. Dit bedrag is gebaseerd op omzetverlies wat is geleden in de periode vanaf het ingaan van de coronamaatregelen op 16 maart tot en met 15 juni van dit jaar, het moment waarop na een aanloopperiode van twee weken de afzet naar de horeca weer op gang is gekomen. Bedrijven uit de genoemde categorieën komen voor tegemoetkoming in aanmerking indien zij in de genoemde periode minimaal € 1.000,- dan wel € 1.500,- omzetverlies hebben geleden. Bij onjuiste verklaringen hierover kan intrekking van de beschikking plaatsvinden en kunnen ten onrechte uitgekeerde bedragen worden teruggevorderd.
De maatregel treedt op 14 september 2020 in werking.
Meer informatie: Ministerie LNV, 26 augustus 2020
Geef een reactie