Een vrouw die haar man € 25.000 zou hebben betaald voor werkzaamheden die hij voor haar eenmanszaak had verricht, kon deze kosten in aftrek brengen. Omdat ze in gemeenschap van goederen waren getrouwd, maakte het volgens het hof niet uit of de kosten daadwerkelijk waren betaald.
Bovendien had de echtgenoot van de onderneemster de €
Wet: artikel 3.8 Wet IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 22 november 2011 (gepubliceerd op 28 december 2011), LJN: BU9567
Geef een reactie