Er is de laatste tijd behoorlijk wat commotie ontstaan over de open commanditaire vennootschap in het kader van het opzetten van een privacy-structuur. Mr. Xavier Auerbach en drs. Jeroen Peters betogen dat bij zorgvuldige uitvoering de open commanditaire vennootschap heel goed gebruikt kan worden voor vermogensanonimisering van vermogen in de houdster-B.V.
Auerbach en Peters behandelen binnenkort in Vakblad Estate Planning, nr. 51 de problematiek van de open commanditaire vennootschap (OCV) als houdster aan de hand van een casus. Een directeur-grootaandeelhouder (dga) heeft een houdster-B.V. die alle aandelen houdt in een werk-B.V. De werk-B.V. drijft de materiële onderneming. De houdster-B.V. houdt alle aandelen in de werk-B.V. en verleent managementdiensten aan deze werk-B.V. Mogelijk verstrekt de houdster-B.V. financieringen en investeert de uitgekeerde overwinsten van de werk-B.V. al dan niet als oudedagsvoorziening voor de dga.
De reorganisatie
Het ‘vervangen’ van de houdster-B.V. door een houdster-OCV komt er in de praktijk op neer dat de dga een stichting opricht die als beherend vennoot van de OCV gaat optreden en dat de stichting en de dga vervolgens samen een OCV aangaan. In fiscaaltechnisch opzicht komt de beoogde reorganisatie erop neer dat de dga het voordeel uit de vervreemding van de aandelen in de houdster-B.V. aan de houdster-OCV niet in aanmerking neemt, omdat sprake is van aan aandelenfusie (aandelenruil). Van belang is dat men voldoet aan de voorwaarde dat de fusie niet in overwegende mate mag zijn gericht op het ontgaan of uitstel van belastingheffing. In de praktijk zal de dga vaak zekerheid wensen dat de constructie niet is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing.
Nietigheid OCV
Auerbach en Peters gaan onder andere in op de vraag of de OCV, zoals beschreven in de casus, wel een echte OCV is. Zij geven antwoord op de vraag of een winstverdeling bij een OCV waarbij aan de beherend vennoot slechts een zeer klein winstaandeel toekomt, leidt tot nietigheid van de OCV.
De auteurs kunnen zich niet voorstellen dat men er voor zou kiezen om het liquidatiesaldo na ontbinding van de stichting aan de dga te laten toekomen. Het zou natuurlijk zeer onverstandig zijn om te proberen om de minimale winsttoedeling aan de stichting/beherend vennoot via ‘de achterdeur’ terug te sluizen naar de dga als daarmee de nietigheid van de houdster-OCV het gevolg zou kunnen zijn.
Gevolgen van overtreding van het beheersverbod
De auteurs erkennen dat bij de casus waarbij de dga naast commanditair vennoot ook enig bestuurder van de stichting/beherend vennoot is, het gevaar van overtreding van het beheersverbod bestaat. Zij bekritiseren echter het standpunt dat bij overtreding van het beheersverbod door de dga, hij zou ophouden om commandiet te zijn. De aansprakelijkheid van de commandiet betekent geenszins dat de OCV ophoudt om civielrechtelijk een OCV te zijn.
Lees meer over de OCV en het opzetten van een privacy-structuur
In Vakblad Estate Planning gaan mr. Xavier Auerbach en drs. Jeroen Peters in het artikel ´Open CV? Niks mis mee!’ binnenkort in op de volgende aspecten van een OCV:
- leidt een gering winstaandeel tot nietigheid van de OCV?
- kwalificeren houdster- en beleggingsactiviteiten als het uitoefenen van een bedrijf zodat hiervoor de OCV kan worden gebruikt?
- overtreedt de dga/commandiet als enig bestuurder van de stichting/beherend vennoot het beheersverbod en betekent dit realisatie van de aanmerkelijkbelangwinst?
Xavier Auerbach en Jeroen Peters zijn respectievelijk of counsel en senior associate bij Atlas Tax Lawyers in Amsterdam.
> Download nu kosteloos het volledige artikel ‘Open CV? Niks mis mee!’
Geef een reactie