De Hoge Raad heeft beslist dat een eerdere melding van betalingsonmacht niet geldt voor een naheffingsaanslag die betrekking heeft op onjuist aangegeven bedragen.
In deze zaak was de inspecteur al sinds 2004 op de hoogte van de betalingsonmacht van de betreffende bv, doordat de bv hiervan mededeling had gedaan. Sindsdien heeft de bv haar betalingsachterstand niet ingelopen. Begin 2006 constateerde de inspecteur bij een boekenonderzoek dat de bv grote bedragen omzetbelasting niet had aangegeven en voldaan. In april 2006 ging de bv failliet. Naar aanleiding van het boekenonderzoek kreeg de bv in augustus 2006 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd, waarvoor de ontvanger de bestuurder aansprakelijk stelde. Het hof oordeelde dat de mededeling betalingsonmacht die de vennootschap in 2004 had gedaan was blijven staan. De Hoge Raad oordeelde echter anders. Nadat er opzettelijk onjuiste aangiften waren gedaan, was de eerdere mededeling niet meer van toepassing. De hof uitspraak kon niet in stand blijven en de Hoge Raad verwees de zaak naar een ander hof.
Wet: artikel 36 Invorderingswet, artikel 7, lid 2 UBIW 1990
Meer informatie: Hoge Raad, 6 april 2012, LJN: BR7065
Geef een reactie