De Belastingdienst publiceerde een V&A over de vraag of het mogelijk is om de wettelijke ingang van de uitkeringen van de ODV-termijnen aan de erfgenamen op te schorten, tot het moment dat de erfgenamen bekend zijn.
Bij het overlijden van een ODV-gerechtigde voordat de ODV-termijnen zijn ingegaan gaat het recht op de ODV-termijnen over op de erfgenamen (natuurlijke personen). De ODV-termijnen moeten in dat geval binnen twaalf maanden na het overlijden ingaan. Als de ODV-gerechtigde overlijdt terwijl de ODV-termijnen al zijn ingegaan, gaat het recht op de resterende ODV-termijnen direct bij het overlijden over op de erfgenamen (natuurlijke personen).
Het zal niet altijd direct duidelijk zijn wie de erfgenamen van de ODV-gerechtigde zijn. Dit V&A gaat in op de vraag of het mogelijk is om de wettelijke ingang van de uitkeringen van de ODV-termijnen aan de erfgenamen op te schorten, tot het moment dat de erfgenamen bekend zijn.
Vraag
Een dga heeft een in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraak omgezet in een ODV. De tot de ODV-termijnen gerechtigde dga overlijdt. Het is op dat moment nog niet mogelijk vast te stellen welke personen als erfgenaam recht krijgen op de toekomstige ODV-termijnen (bijvoorbeeld omdat de in het testament genoemde erfgenamen gedeeltelijk niet traceerbaar zijn of omdat nog niet duidelijk is welke erfgenamen de erfenis zullen aanvaarden).
Is het mogelijk om de wettelijke ingang van de uitkeringen van de ODV-termijnen aan de erfgenamen op te schorten tot het moment dat de erfgenamen bekend zijn?
Maakt het voor het opschorten van de ingang van de uitkeringen aan de erfgenamen uit of de ODV-termijnen al waren ingegaan ten tijde van het overlijden van de ODV-gerechtigde?
Opschorting
Bij overlijden van een ODV-gerechtigde kan de ingang van de uitkeringen van de ODV-termijnen worden opgeschort tot het moment dat de erfgenamen die recht krijgen op de toekomstige ODV-termijnen bekend zijn. Direct daarna dienen de uitkeringen van de ODV-termijnen (weer) aan te vangen en moeten de opgeschorte uitkeringen in één keer worden uitgekeerd aan de rechthebbende erfgenamen.
In de situatie dat de ODV-termijnen nog niet zijn ingegaan op het moment dat de ODV-gerechtigde (gewezen) werknemer overlijdt, is pas sprake van het opschorten van de uitkeringen na het verstrijken van de twaalf-maandsperiode na het overlijden (zie artikel 38p, tweede lid, onderdeel b, Wet LB). In dat geval ziet de eenmalige uitkering van de opgeschorte uitkeringen dus op de na het verstrijken van de twaalf-maandsperiode nog niet uitgekeerde ODV-termijnen.
Overlijdt de genieter van de ODV-termijnen terwijl de ODV-termijnen al zijn ingegaan, dan ziet de eenmalige uitkering van de opgeschorte uitkeringen op de nog niet uitgekeerde ODV-termijnen na het overlijden.
Meer informatie: Belastingdienst, 12 september 2019
Geef een reactie