Het opzetten van een financieringsstructuur om een fiscaal lek zoals het Bosal-gat optimaal te benutten is volgens Rechtbank Noord-Holland misbruik van recht. In dat geval kan de fiscus de renteaftrek beperken.
Een Luxemburgse bank en een Nederlandse bank hadden een B.V. opgericht. De banken stortten niet alleen kapitaal in deze B.V., maar verstrekten ook leningen aan de B.V. Zij gebruikte meer dan de helft van de verkregen middelen om te investeren in een obligatieportefeuille van een derde. Met het restant van de lening investeerde de B.V. in een combinatie van gewone en preferente aandelen van een dochtermaatschappij van de Luxemburgse bank. Tussen de B.V. en de Belastingdienst ontstond een geschil of de rente aftrekbaar was in het belastingjaar 2007/2008. De inspecteur meende dat de rente onder de antiwinstdrainagemaatregel viel, omdat sprake was van een besmette transactie. Rechtbank Noord-Holland constateert echter dat de rente bij de schuldeisers is belast tegen een tarief van minstens 10%. Daardoor blijft de antiwinstdrainagebepaling in eerste instantie buiten toepassing.
Constructie voor gebruik Bosal-gat
Maar de rechtbank constateert ook dat hier sprake is van fraus legis. De B.V. heeft de portefeuille om optimaal gebruik te maken van het zogeheten Bosal-gat (zie Hoge Raad 24 mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8553). Het belastingvoordeel is vervolgens verdeeld tussen de Nederlandse en de Luxemburgse bank. De B.V. stelt dat de wetgever welbewust een mismatch heeft aanvaard tussen vrijgestelde inkomsten van deelnemingen en aftrekbare rentekosten. De rechtbank volgt dit standpunt dit. Het toekennen van de renteaftrek onder deze omstandigheden is in strijd met het doel en de strekking van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, aldus de rechtbank. Daarom vindt toch een renteaftrekbeperking plaats.
Wet: art. 10a, derde lid, onderdeel b Wet Vpb 1969
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 5 juni 2019 (gepubliceerd 28 juni 2019), ECLI:NL:RBNHO:2019:4809
Geef een reactie