Als een arbeidsverhouding niet kwalificeert als een (fictieve) dienstbetrekking, kunnen de betrokken partijen de Belastingdienst verzoeken om deze arbeidsverhouding toch te beschouwen als een dienstbetrekking. Hieraan zijn wel enkele voorwaarden verbonden.
Pseudo-werknemers
Sommige arbeidskrachten verrichten werkzaamheden binnen een arbeidsverhouding die geen (echte of fictieve) dienstbetrekking is. Voor de begrippen echte dienstbetrekking en fictieve dienstbetrekking zie ook: ‘Distributie van dagbladen werd gelijkgesteld met dienstbetrekking’. De eerdergenoemde arbeidskrachten kunnen samen met hun opdrachtgever ervoor kiezen om de arbeidsverhouding aan te merken als fictieve dienstbetrekking. Deze regeling wordt ook wel ‘opting-in’ genoemd. De arbeidskracht wordt dan aangeduid met de term ‘pseudo-werknemer’.
Voorwaarden
Voor opting-in gelden de volgende voorwaarden:
- de arbeidskracht/opdrachtnemer verricht zijn werkzaamheden voor de opdrachtgever in een arbeidsverhouding die niet kwalificeert als een echte of fictieve dienstbetrekking;
- de arbeidskracht/opdrachtnemer ontvangt van de opdrachtgever een beloning voor zijn werkzaamheden;
- de arbeidskracht/opdrachtnemer verricht zijn werkzaamheden niet als ondernemer; en
- de arbeidskracht/opdrachtnemer en de opdrachtgever melden hun keuze voor opting-in bij de Belastingdienst en wel vóór de eerste beoogde inhouding van loonheffing. Dit gebeurt door een gezamenlijke verklaring, bijvoorbeeld het formulier ‘Verklaring Loonheffingen Opting-in’. Dit formulier is te downloaden vanaf de website van de Belastingdienst of aan te vragen via de Belastingtelefoon (telefoon 0800-0543).
Zodra de pseudo-werknemer zijn werkzaamheden gaat verrichten in de hoedanigheid van ondernemer, moet hij dit melden aan de inspecteur. Hij voldoet dan immers niet meer aan de voorwaarden voor opting-in. Men kan een keuze voor opting-in ook weer terugdraaien, maar niet met terugwerkende kracht.
Voorbereiding
Voordat de pseudowerknemer aan de slag gaat, moet het volgende zijn geregeld:
- de opdrachtgever moet de identiteit van de arbeidskracht/opdrachtnemer vaststellen; en
- de arbeidskracht/opdrachtnemer moet zijn gegevens overhandigen aan de opdrachtgever.
Effect opting-in
Bij opting-in wordt de arbeidsovereenkomst op vrijwillige basis onder de loonheffing gebracht. Na de melding is de opdrachtgever inhoudingsplichtig en moet hij volgens de gewone regels loonheffing inhouden op de arbeidsbeloning van de pseudo-werknemer. Dit betekent bijvoorbeeld ook dat de pseudowerknemer de mogelijkheid heeft om deel te nemen aan een pensioenregeling. Ook kan voor hem gebruik worden gemaakt van de werkkostenregeling of juist van de vrije vergoedingen en verstrekkingen van het overgangsrecht. Op de beloning van de pseudowerknemer moet de opdrachtgever verder 5,40% bijdrage Zvw (2014) inhouden.
Beperking opting-in
Opting-in heeft een beperkte reikwijdte. Zo kennen de werknemersverzekeringen het begrip opting-in niet. Ook de afdrachtverminderingen zijn niet van toepassing op pseudowerknemers. Opting-in heeft evenmin arbeidsrechtelijke gevolgen. Er ontstaat bijvoorbeeld geen ontslagbescherming.
Besluit: artikel 2g Uitv.besl. LB 1965
Geef een reactie