Als de meeste inkomsten van één bedrijf afkomstig zijn, maakt het niet uit dat er meerdere opdrachtgevers zijn: er is toch sprake van een dienstbetrekking. Het zelf kunnen invullen van optredens doet daar niets aan af.
Een man treedt sinds 2008 op als een bepaald personage en bedenkt entertainment rond dit personage. Hij doet dit voor een bedrijf en krijgt hiervoor elk maand € 6.000. Vanaf 2014 is hij ingeschreven als eenmanszaak en declareert ook reiskosten. De inspecteur is na een boekenonderzoek van mening dat de man in dienst is bij het bedrijf. Hij legt voor 2013 tot en met 2016 navorderingsaanslagen op met vergrijpboeten. Voor 2014 tot en met 2016 zijn de correcties na bezwaar ruim € 40.000 per jaar met voor elk jaar een vergrijpboete van € 1.666.
Loon uit dienstbetrekking
Rechtbank Gelderland volgt de inspecteur. Er is geen sprake van winst uit onderneming. De man heeft meerdere opdrachtgevers, maar het grootste deel van zijn inkomsten komt van het bedrijf. Ook loopt hij geen ondernemersrisico omdat het bedrijf al jaren maandelijks hetzelfde bedrag betaalt. Dat hij zijn optredens grotendeels zelf kan invullen, maakt niet uit. De man verricht zijn werkzaamheden in dienstbetrekking. Hij moest zich houden aan de aanwijzingen en instructies van het bedrijf (gezagsverhouding). Vaststaat ook dat hij de optredens persoonlijk moest verrichten tegen een vergoeding. Ook de vergrijpboeten blijven in stand. De man werd afgeperst en heeft de betaalde bedragen onduidelijk verwerkt in zijn administratie. Door deze bedragen daarna af te trekken in zijn aangiften heeft hij bewust aanvaard dat er te weinig belasting zou worden geheven (grove schuld).
Wet: art. 3.81 Wet IB 2001 en art. 7:610 BW en art. 25 AWR en art. 27e AWR en en art. 67e AWR
Geef een reactie