Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat sprake was geweest van een overgang van een onderneming in de zin van de omzetbelasting. De feitelijke omstandigheden waren hierbij van groot belang.
Het ging in deze zaak om een bv die handelde in (gebruikte) caravans en deze repareerde. Eind januari 2007 nam deze bv een caravanhandelaar over. In geschil was of de bv de ondernemingsactiviteiten van deze handelaar voortzette. Dit was afhankelijk van de feitelijke omstandigheden. Het hof hechtte daarbij bijzonder belang aan de aard van de economische activiteit waarvan de voortzetting werd overwogen. De rechter kwam uiteindelijk tot het oordeel dat wel degelijk sprake was van overgang van een onderneming. Hiervoor was mede van belang dat na de overdracht nog uitlevering plaatsvond van de laatste voorraad verkochte caravans. En dat de huur van het bedrijfspand op de overdrachtsdatum nog niet was beëindigd. Verder stond op de internetpagina van de oude ondernemer een link naar de nieuwe ondernemer. Tot slot ging de oude ondernemer pas in 2012 failliet en niet rond de overgang. Deze feiten zorgden voor het oordeel dat de economische activiteiten nog niet waren beëindigd, maar dat ze werden voorgezet door de belanghebbende bv. Deze had recht op een btw-teruggaaf van bijna € 27.000 in verband met de verrekening van de negatieve jaarmarge 2007 van de overgenomen onderneming.
Wet: artikel 37d Wet OB (voorheen artikel 31 Wet OB)
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 1 april 2014 (gepubliceerd op 10 april 2014), ECLI:NL:GHARL:2014:2684
Geef een reactie