Wie een aanmerkelijk belang aan verpande aandelen koopt en daarbij de schuld van de pandgever overneemt, kan in beginsel deze schuld optellen bij de verkrijgingsprijs van die aandelen.
Zo had een man eind 1999 verpande aandelen gekocht, die een aanmerkelijk belang vormden. Daarbij had hij zich garant gesteld voor de verplichtingen die uit de verpanding van de aandelen vloeiden. De verkoper van de aandelen, die dus ook de schuldeiser was, droeg zijn vordering over aan een Amerikaans advocatenkantoor. In maart 2002 verkocht de man zijn aandelen. Enkele dagen na de aandelenverkoop betaalde hij het advocatenkantoor een geldsom om zo de schuld af te handelen. Deze betaling verhoogde de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belangpakket.
Wet: artikel 4.21 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 10 november 2011, LJN: BU4012
Geef een reactie