Het Belastingplan 2017 en bijbehorende Prinsjesdagstukken zijn op dinsdag 20 september 2016 om 15.15 uur door minister Dijsselbloem aangeboden aan de Tweede Kamer. Taxence informeert u over de belangrijkste fiscale wijzigingen.
- Download Overige Fiscale Maatregelen 2017
- Download Advies Raad van State over Overige Fiscale Maatregelen 2017
- Download Nader rapport Overige Fiscale Maatregelen 2017
- Download Uitvoeringstoetsen Overige Fiscale Maatregelen 2017
Zie ook:
Erf- en schenkbelasting
Reparatie arrest over BOR bij indirecte aandelenbelangen van minder dan 5%
De Hoge Raad oordeelde op 22 april 2016 dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet 1956 ook van toepassing kan zijn op aandelen die een holding houdt in een lichaam waarin de erflater geen indirect aanmerkelijk belang heeft. Het arrest van de Hoge Raad heeft een forse verruiming van de reikwijdte van de BOR en daarmee ook van de doorschuifregelingen in de aanmerkelijkbelangregeling in de Wet IB 2001 tot gevolg. De verruiming is van een zodanige aard dat deze niet aansluit bij de doelstelling van de BOR en de doorschuifregelingen, namelijk het uitsluitend faciliteren van reële bedrijfsopvolgingen voor het aanwezige ondernemingsvermogen. Daarom wordt voorgesteld de gevolgen van het arrest te repareren met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip waarop deze wijzigingen bij persbericht bekend zijn gemaakt (1 juli 2016, 0.00 uur). De reparatie houdt kort gezegd in dat de uitleg en werkwijze zoals de Belastingdienst die sinds 2010 heeft gehanteerd wettelijk wordt vastgelegd.
Termijn vaststelling aanslag na schenking eigen woning
Door de op grond van het Belastingplan 2016 vanaf 1 januari 2017 geldende vrijstelling eigen woning mag iedereen tussen 18 en 40 jaar per schenker eenmalig een schenking van € 100.000 ten behoeve van de eigen woning vrijgesteld ontvangen. De ervaringen die zijn opgedaan met het toezicht op de tijdelijke regeling uit 2013/2014 laten zien dat de voor het vaststellen van de aanslag geldende periode van drie jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan, te krap is. Daarom wordt voorgesteld om de termijn voor het opleggen van de aanslag met twee jaar te verlengen en vast te stellen op vijf jaar.
Vennootschapsbelasting
Verduidelijking quasi-inbestedingsvrijstelling overheidslichamen
Voorgesteld wordt de quasi-inbestedingsvrijstelling niet van toepassing te laten zijn op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen die bij de afnemer worden aangewend ten behoeve van belaste (niet-vrijgestelde) activiteiten. Daarnaast wordt voorgesteld de vrijstelling voor interne diensten op overeenkomstige wijze niet van toepassing te laten zijn op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen die bij de afnemer worden aangewend ten behoeve van belaste (niet-vrijgestelde) activiteiten. De wijzigingen vinden voor het eerst toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017.
Loonbelasting
Het eindheffingsloon wordt uitgesloten van het loonbegrip dat in het kader van de S&O-afdrachtvermindering wordt gehanteerd voor de berekening van het gemiddelde uurloon. Ook wordt voorgesteld de boetebepaling omtrent de mededelingsplicht van de ontvanger van de S&O-verklaring materieel en formeel te vereenvoudigen.
Inkomstenbelasting
Toerekening schulden die deel uitmaken van een algemeenheid waarop krachtens erfrecht een vruchtgebruik rust
Mede vanuit het oogpunt van vereenvoudiging en van vermindering van administratieve lasten wordt voorgesteld om alle vermogensbestanddelen die deel uitmaken van een algemeenheid waarop krachtens erfrecht een 3 vruchtgebruik rust voor box 3 gelijk te behandelen en dus ook de schulden volledig bij de vruchtgebruiker in aanmerking te nemen.
Codificatie beleidsbesluit vruchtgebruik
De volgende aanpassingen zijn opgenomen in de per 2013 gewijzigde eigenwoningregeling:
-
Een schuld waarvan de belastingplichtige op grond van het krachtens erfrecht verkregen recht van vruchtgebruik, recht van bewoning of recht van gebruik gehouden is de kosten en lasten te dragen wordt – mits aan de overige voorwaarden is voldaan (waaronder de aflossingseis) – als eigenwoningschuld aangemerkt, zodat recht bestaat op renteaftrek.
-
Voor het deel van de woning waar het vruchtgebruik op rust ontstaat geen eigenwoningreserve.
-
De restschuldregeling is – mits aan de overige voorwaarden is voldaan – op de vruchtgebruiker van toepassing.
-
Het aflossingsschema van de erflater blijft van toepassing op de schuld waar het krachtens erfrecht gevestigde vruchtgebruik betrekking op heeft als de vruchtgebruiker op het moment van overlijden van de erflater diens partner was.
-
De schuld is voor de vruchtgebruiker een bestaande eigenwoningschuld (waarvoor dus geen aflossingseis geldt), als de schuld voor de erflater een bestaande eigenwoningschuld was (een schuld van voor 1 januari 2013) en de vruchtgebruiker op het moment van overlijden van de erflater diens partner was.
Heffing beloningen bestuurders en commissarissen
Voorgesteld wordt om voor buitenlands belastingplichtige bestuurders en commissarissen van in Nederland gevestigde vennootschappen in de Wet IB 2001 vast te leggen dat zowel wanneer sprake is van winst uit onderneming als wanneer sprake is van loon of resultaat uit overige werkzaamheden Nederland ook volgens nationaal recht over deze beloningen kan heffen. Hiermee wordt zeker gesteld dat Nederland het in verdragen aan Nederland toegewezen heffingsrecht op beloningen van bestuurders en commissarissen in alle gevallen kan effectueren.
Codificatie beleidsbesluit tijdklemmen
Een van de voorwaarden om een vrijstelling te kunnen benutten bij het tot uitkering komen van een kapitaalverzekering eigen woning, een spaarrekening eigen woning, een beleggingsrecht eigen woning of een zogenoemde Brede Herwaarderingskapitaalverzekering is dat ten minste 15 of 20 jaar jaarlijks premie moet zijn voldaan, dan wel bedragen moeten zijn overgemaakt. In een goedkeuring vooruitlopend op wetgeving zijn de hiervoor genoemde termijnen – de zogenoemde tijdklemmen – in bepaalde situaties buiten toepassing verklaard. Het betreffende onderdeel uit het beleidsbesluit van 17 december 2014 wordt met dit wetsvoorstel gecodificeerd. Omdat in de praktijk is gebleken dat de reikwijdte van de goedkeuring niet altijd toereikend is en het ook in bepaalde andere gevallen gewenst is eerder dan na de termijn van 15 of 20 jaar met behoud van de vrijstelling tot afkoop over te kunnen gaan, is de codificatie deels breder dan in het besluit en is ook de situatie van verkoop van de eigen woning meegenomen. Vanwege het ook in die situatie vervallen van de tijdklemmen, wordt tegelijkertijd een andere goedkeuring op dit terrein gecodificeerd, zij het in gewijzigde vorm. Het betreft het voorkomen van verlies van (een deel van) de vrijstelling bij afkoop van een kapitaalverzekering eigen woning na goedkoper wonen.
Intrekking spaarrenterichtlijn
De gevolgen van intrekking van de spaarrenterichtlijn (i.v.m. inwerkingtreding Wet uitvoering Common Reporting Standard) voor de Nederlandse wet- en regelgeving zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2016. Daarop is een tweetal uitzonderingen. In de eerste plaats blijft de spaarrenterichtlijn ten aanzien van Oostenrijk van toepassing tot en met 31 december 2016. In de tweede plaats moet ook na 31 december 2015 worden voldaan aan verplichtingen op grond van de spaarrenterichtlijn die vóór 1 januari 2016 zijn ontstaan. Ook hiervoor wordt voorzien in overgangsrecht.
Zie ook:
Meer informatie: Prinsjesdagspecial Belastingplan 2017
Geef een reactie