Een carnavalsvereniging die vooral het belang van de aangesloten lidverenigingen behartigt, voldoet niet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de anbi-status. Niet-periodieke giften aan zulke verenigingen zijn dan ook niet aftrekbaar. Dit kwam naar voren in een onlangs gepubliceerde uitspraak van Rechtbank Breda.
Het betrof een vereniging die als doel had het in stand houden en bevorderen van carnaval. De vereniging wilde dit doel onder andere bereiken door de onderlinge samenwerking tussen haar lidverenigingen te bevorderen. Daarbij trad de carnavalsvereniging op als overkoepelend orgaan. De overkoepelende vereniging vroeg bij de Belastingdienst de status aan van algemeen nut beogende instelling (anbi). De inspecteur wees de vereniging op de voorwaarde dat zij moest kunnen bewijzen dat zij voor minstens 90% het algemeen belang diende. De vereniging diende met haar feitelijke activiteiten echter uitsluitend het belang van de lidverenigingen. Deze lidverenigingen leken evenmin voor minstens 90% het algemeen belang te dienen. Zowel de inspecteur als de rechtbank vond dan ook dat de overkoepelende vereniging niet in aanmerking kwam voor de anbi-status.
Wet: artikel 6.33 IB 2001 en artikel 5b AWR
Meer informatie: Rechtbank Breda, 7 september 2012 (gepubliceerd 24 oktober 2012), LJN: BY0954
Geef een reactie